Actiepunten voor alle belastingbetalers

Het einde van het jaar is in zicht. Daarom hebben wij de actiepunten eind 2019 voor alle belastingbetalers onder elkaar gezet. Hierin hebben we belangrijke thema’s uit de Belastingplannen 2020 en andere wet- en regelgeving overzichtelijk op een rij gezet met praktische actiepunten, waarmee u zich kunt voorbereiden op de nieuwe regels en het einde van bestaande regels.

Inhoudsopgave

Minder eigenwoningforfait en renteaftrek
Aflossen op uw eigenwoningschuld of niet
Levering van uw verkochte woning uitstellen of juist niet
Check de looptijd van uw dubbele hypotheekrenteaftrek
Loopt uw termijn af voor dubbele renteaftrek bij verhuur?
Verhuur niet verkochte woning nog even uitstellen of juist niet
Anticipeer op minder kostenaftrek
Tijdig lijfrentepremie betalen
Benut aftrek scholingsuitgaven
Verlaag uw box-3-grondslag
Vermogen in box 3 fiscaal voordelig verdelen
Voorlopige aanslag of teruggaaf laten aanpassen
Erfbelasting besparen via schenkingen aan uw kinderen
Zorg dat schenking tijdig aan onderhoud eigen woning is besteed
Minder premie en hogere kostengrens NHG-hypotheek

Minder eigenwoningforfait en renteaftrek

Het eigenwoningforfait gaat in 2020 omlaag. Voor woningen met een WOZ-waarde van meer dan € 75.000 en minder dan € 1.080.000 (bedrag 2019)) bedraagt de forfaitaire bijtelling 0,60% (in 2019: 0,65%) over de WOZ-waarde. Daarboven blijft het forfait 2,35% over de WOZ-waarde boven € 1.080.000.

Afbouw aftrek geen of kleine eigenwoningschuld
De regeling waarbij u geen eigenwoningforfait hoeft bij te tellen bij uw inkomen als u geen of slechts een kleine hypotheek heeft, wordt stapsgewijs in 30 jaar afgeschaft. De aftrek wordt jaarlijks met 3,1/3% verlaagd. In 2019 is de aftrek beperkt tot 96,2/3%. In 2020 wordt de aftrek beperkt tot 93,1/3%. Houd hiermee rekening.

Minder hypotheekrenteaftrek
De tariefschijven in de loon- en inkomstenbelasting worden al in 2020 (in plaats van 2021) teruggebracht naar twee schijven: een schijf van 37,35% en een schijf van 49,5%. De tweede schijf begint bij een inkomen vanaf € 68.507. Dit beginpunt van de tweede schijf wijzigt niet tot en met 2021. Het kabinet houdt wel vast aan de vorig jaar aangenomen afbouw van aftrekposten in de hoogste belastingschijf. Valt uw inkomen in de hoogste belastingschijf? In dat geval is de hypotheekrente in 2020 nog aftrekbaar tegen een tarief van 46% (nu: 49%).

Actiepunt
U mag in 2019 de hypotheekrente over de periode 1 januari tot 1 juli 2020 vooruitbetalen en in 2019 in aftrek brengen. Doe dit wel in overleg met uw bank. Er zijn banken die hier niet aan meewerken. Als het kan, laat dan de vooruitbetaling schriftelijk vastleggen. U heeft dan tegenover de Belastingdienst een bewijs van betaling.

Aflossen op uw eigenwoningschuld of niet

De vermindering van de hypotheekrenteaftrek in de komende jaren is voor u wellicht aanleiding om af te lossen op uw eigenwoningschuld. Maar dat is niet altijd voordelig.
Bent u namelijk van plan te verhuizen en heeft u eerder afgelost op uw eigenwoningschuld, dan wordt uw renteaftrek voor een nieuwe hypotheek mogelijk beperkt door de werking van de zogenoemde bijleenregeling. Uw eigenwoningreserve (het verschil tussen de netto verkoopprijs van uw verkochte woning en uw hypotheek) is groter geworden door de eerdere aflossing op de eigenwoningschuld. U wordt geacht deze (grotere) reserve te herinvesteren in uw nieuwe woning. In zoverre heeft u geen renteaftrek voor de nieuwe eigenwoningschuld.

Levering van uw verkochte woning uitstellen of juist niet

Verkoopt u dit (na)jaar uw eigen woning met een overwaarde, maar heeft u aan het eind van het jaar nog geen nieuwe eigen woning gekocht? U doet er dan verstandig aan om de levering uit te stellen tot na 1 januari 2020. Zolang de levering nog niet heeft plaatsgevonden, blijft de woning tot box 1 behoren. De overwaarde hoeft u dan op de peildatum 1 januari 2020 niet tot uw box-3-vermogen te rekenen. Is uw hypotheekschuld hoger dan de waarde van uw woning, dan staat uw woning ‘onder water’? In dat geval is levering in 2019 juist voordelig voor de box-3-heffing. Dit geldt ook als u nog dit jaar een woning wilt kopen met eigen vermogen.

Check de looptijd van uw dubbele hypotheekrenteaftrek

Staat uw voormalige eigen woning te koop en bent u inmiddels verhuisd naar een andere eigen woning? Of heeft u de woning al wel verkocht, maar nog niet overgedragen aan de koper? U kunt dan tijdelijk zowel de rente van de hypotheek op uw voormalige woning als van de hypotheek op uw huidige eigen woning in aftrek brengen in uw IB-aangifte. Dat geldt ook voor de situatie waarin u al een woning heeft gekocht, maar nog niet bent verhuisd of waarin u een woning laat bouwen. De termijn voor de dubbele hypotheekrenteaftrek is in de regel drie jaar. Ga na of u nog dubbele renteaftrek heeft. Zo niet, laat uw voorlopige aanslag/teruggaaf 2020 aanpassen.

Loopt uw termijn af voor dubbele renteaftrek bij verhuur?

Verhuurt u tijdelijk uw niet verkochte eigen woning? Tijdens de verhuur heeft u dan geen renteaftrek. Maar als die verhuur eindigt binnen de 3-jaarstermijn voor dubbele renteaftrek, dan herleeft de dubbele renteaftrek voor de resterende termijn van 3 jaar. Zodra de 3-jaarstermijn is verstreken, heeft u daarna bij beëindiging van de verhuur definitief geen recht meer op renteaftrek, tenzij u zelf weer in de tijdelijk verhuurde woning gaat wonen. Vervalt uw renteaftrek? Laat uw voorlopige teruggaaf/aanslag 2020 aanpassen.

Verhuur niet verkochte woning nog even uitstellen of juist niet

Overweegt u om uw niet verkochte eigen woning tijdelijk te verhuren? In dat geval kan het verstandig zijn om dit over de jaarwisseling heen te tillen. De woning en de hypotheek gaan namelijk tijdens de verhuurperiode tot uw box 3-vermogen behoren. De peildatum voor de box 3-heffing is 1 januari van het kalenderjaar. Heeft u nog overwaarde op uw niet verkochte woning en stelt u de aanvang van de verhuur uit tot na de jaarwisseling, dan bespaart u dus box-3-belasting. Als uw woning ‘onder water’ staat, kan het wel aantrekkelijk zijn om de verhuur nog dit jaar te starten.

Anticipeer op minder kostenaftrek

Heeft u een inkomen dat wordt belast in de hoogste belastingschijf? Dan krijgt u vanaf 2020
ook te maken met de afbouw van de persoonsgebonden aftrekposten, zoals de aftrek van giften, ziektekosten en betaalde partneralimentatie. De afbouw vindt de komende jaren plaats totdat een aftrek tegen een tarief van 37,05% is bereikt. Dit jaar heeft u nog aftrek tegen 51,75%, volgend jaar nog maar tegen 46%. Het heeft dus zin om aftrekposten naar voren te halen door extra giften te doen aan een goed doel of door uw alimentatieverplichting af te kopen. Laat u adviseren over de mogelijkheden die er voor u zijn.

Let op
De aftrekbeperking geldt niet voor premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en lijfrentepremies.

Tijdig lijfrentepremie betalen

Heeft u een pensioentekort, dan kunt u hiervoor een aanvullend inkomen regelen. Bijvoorbeeld door bij een verzekeraar een lijfrentepolis te sluiten of bij een bank een lijfrentebankspaarproduct. De lijfrentepremie die u in 2019 heeft betaald, kunt u aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting 2019 die u volgend jaar indient bij de Belastingdienst. Het is niet meer mogelijk om na afloop van het jaar de lijfrentepremie te betalen en dan de aftrek terug te wentelen naar het voorafgaande jaar.

Actiepunt
Bent u in de afgelopen vijf jaar toch vergeten om de lijfrentepremie in aftrek te brengen? Verzoek dan bij de Belastingdienst om een ambtshalve vermindering. U moet dan wel kunnen aantonen dat u de lijfrentepremies niet hebt afgetrokken. Dat kunt u doen met kopieën van de ingediende aangiften inkomstenbelasting van de afgelopen jaren en de aanslagen over die jaren. Bewaar daarom uw oude aangiften.

Benut aftrek scholingsuitgaven

De aftrek scholingsuitgaven wordt vervangen door een individuele leerrekening. Dit wordt een niet fiscale subsidieregeling: het STAP-budget (Stimulans van de Arbeidsmarktpositie). Het is echter nog niet duidelijk wanneer deze wijziging in werking treedt. De beoogde inwerkingtreding per 1 januari 2020 wordt in ieder geval niet gehaald. Maakt u dit jaar nog studiekosten, dan kunt u die in elk geval nog in aftrek brengen.

Verlaag uw box-3-grondslag

De definitieve forfaitaire rendementspercentages voor de box-3-heffing in 2020 zijn bekendgemaakt (tussen haakjes forfaitair rendementspercentages 2019):

Belastbaar vermogen | Forfaitair rendementspercentage
tot € 72.797 | 1,80% (1,94%)
€ 72.797 tot € 1.005.572 | 4,22% (4,45%)
boven de € 1.005.572 | 5,33% (5,60%)

Dit betekent een verlaging van de box-3-heffing voor alle belastingplichtigen die deze heffing moeten betalen. Hoe groter uw vermogen is, des te meer rendement u geacht wordt te maken en dus hoe meer box-3-heffing u moet betalen. Het kan dus verstandig zijn om uw box-3-vermogen te verlagen. Dat kan bijvoorbeeld door de geplande aankoop van dure goederen die niet tot box 3 worden gerekend (denk aan een auto, boot of kunstwerk), nog dit jaar te doen of door uw belastingschulden voor het einde van het jaar te betalen.

Vermogen in box 3 fiscaal voordelig verdelen

De forfaitaire rendementen in box 3 lopen op naarmate u meer box-3-vermogen heeft (zie de tabel hiervoor). Over de forfaitaire rendementen betaalt u 30% box-3-heffing. Het is dus van belang om uw vermogen tussen u en uw partner te verdelen. Heeft u bijvoorbeeld een box-3-vermogen van € 130.000, dan is het verstandig om dit zo over u beiden te verdelen, dat bij ieder van u het forfaitaire rendementspercentage van 1,80% van toepassing is. Verdeelt u niet, dan bedraagt dat percentage 4,22% voor zover uw belastbare box-3-vermogen (dus na aftrek van het heffingsvrije vermogen) meer bedraagt dan € 72.797.

Onderzoek de alternatieven
Voor de grotere vermogens is het zinvol om te kijken of er alternatieven zijn. Zo kunt u misschien beter uw eigenwoningschuld aflossen, of uw vermogen overbrengen naar een open fonds voor gemene rekening of misschien wel naar een bv? Het is de moeite waard om dit eens te laten uitzoeken.

Voorlopige aanslag of teruggaaf laten aanpassen

Heeft u inkomsten waarover geen loonheffing wordt ingehouden en u pas achteraf inkomstenbelasting moet betalen? U kunt dan een voorlopige aanslag aanvragen, zodat u de verschuldigde inkomstenbelasting gespreid over het jaar alvast betaalt. Heeft u aftrekposten waarmee bij de vaststelling van de aanslag inkomstenbelasting rekening gehouden moet worden, dan kunt u alvast om een voorlopige teruggaaf vragen, zodat u de teruggaaf alvast krijgt in maandelijkse termijnen in de loop van het jaar. In beide gevallen vindt de eindafrekening met de Belastingdienst plaats na afloop van het jaar, wanneer u de aangifte inkomstenbelasting hebt ingediend. Heeft u dan te weinig inkomstenbelasting betaald of juist te veel teruggaaf gehad, dan moet u die belasting alsnog betalen. Vanaf 1 juli van het jaar na het betreffende belastingjaar betaalt u bovendien 4% belastingrente. Dat kunt u voorkomen door de voorlopige aanslag of teruggaaf tijdig te laten aanpassen. Doet u dat vóór het einde van het jaar, dan kan al vanaf januari 2020 hiermee rekening gehouden worden.

Actiepunt
Verwacht u een wijziging in uw inkomen of in uw privéomstandigheden? Of heeft u uw hypotheek overgesloten naar een hypotheek met een veel lagere rente, waardoor u veel minder renteaftrek heeft? Of heeft u een inkomen in de hoogste tariefschijf, dan heeft u volgend jaar aanmerkelijk minder aftrek. Allemaal redenen waarom u waarschijnlijk uw voorlopige aanslag of teruggaaf 2020 moeten laten aanpassen.

Erfbelasting besparen via schenkingen aan uw kinderen

Bij uw overlijden wordt over uw vermogen erfbelasting geheven. Uw kinderen betalen 10% en/of 20% erfbelasting. Door tijdens uw leven gespreid te schenken, draagt u alvast vermogen over aan uw kinderen. Bij uw overlijden is er dan minder vermogen waarover zij erfbelasting verschuldigd zijn. Schenken levert dus in de toekomst een belastingbesparing op. U kunt fiscaal vriendelijk vermogen overhevelen naar uw kinderen door jaarlijks een bedrag van € 5.428 (in 2019) vrijgesteld te schenken. Uw kinderen hoeven dan geen aangiftebiljet voor de schenkbelasting in te dienen. Als u meer schenkt, moet over het meerdere schenkbelasting worden betaald. In dat geval moeten uw kinderen uiterlijk vóór 1 maart 2020 een aangiftebiljet voor de schenkbelasting hebben ingediend.

Eenmalig vrijgesteld schenken aan uw kinderen
Naast de jaarlijkse schenking kunt u uw kinderen (of hun partners) als zij ouder zijn dan 18 en jonger dan 40 jaar, ook eenmalig een hoger bedrag vrijgesteld schenken. Deze eenmalige schenking bedraagt € 26.040 (in 2019). Daarnaast kunt u aan deze kinderen – in plaats van de eenmalig verhoogde schenking – ook een extra verhoogde vrijgestelde schenking doen van € 54.246 (in 2019). Zij moeten de schenking dan wel gebruiken voor een dure studie. Voor deze schenking is een notariële schenkingsakte nodig. Tot slot kunt u uw kinderen een eenmalige vrijgestelde schenking voor de eigen woning doen van maximaal € 102.010 (2019).

Gespreid vrijgesteld schenken voor de eigen woning
U mag de maximaal vrijgestelde schenking voor de eigen woning ook spreiden over drie aaneensluitende kalenderjaren. Heeft u bijvoorbeeld in 2017 € 30.000 aan uw kind geschonken, dan mag u de resterende (maximaal) € 70.000 over 2018 en 2019 spreiden.

Digitaal aangifte doen
Uw kind moet een schenkingsaangifte indienen voor de eenmalig vrijgestelde schenkingen. Daarin doet uw kind een beroep op de eenmalige vrijstelling. Uw kind moet die aangifte vóór 1 maart 2020 indienen. Dat kan digitaal door met de DigiD in te loggen op MijnBelastingdienst.

Zorg dat schenking tijdig aan onderhoud eigen woning is besteed

Heeft u in 2017 uw kind een verhoogde schenking gedaan voor onderhoud of verbetering van zijn/haar eigen woning, waarbij uw kind de verhoogde schenkingsvrijstelling heeft toegepast? Attendeer uw kind er dan op dat hij/zij ervoor moet zorgen dat de schenking eind 2019 daaraan moet zijn besteed en dat de verbouwings- of onderhoudswerkzaamheden moeten zijn afgerond. Anders vervalt de vrijstelling alsnog.

Minder premie en hogere kostengrens NHG-hypotheek

De kostengrens voor een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) gaat op 1 januari 2020 omhoog van € 290.000 naar € 310.000. Koopt u een woning met energiebesparende voorzieningen, dan is het plafond € 328.600 (in 2019: € 307.400). De NHG-premie gaat bovendien in 2020 omlaag van 0,9% naar 0,7%. U bespaart daardoor maximaal € 620 premie. Hebt u koopplannen en wil u gebruikmaken van de NHG, dan is het verstandig om daarmee te wachten tot 2020. Wil u voor uw huidige hypotheek nog een NHG, dan kan het zijn dat u dit jaar nog in actie moet komen.

Actiepunt
Vanaf 2020 kunt u voor uw bestaande hypotheek alleen nog een NHG krijgen als uw woning niet meer waard is dan € 310.000. Nu geldt die beperking niet. Heeft u nu een woning die meer waard is dan € 310.000, maar heeft u een hypotheek (inclusief oversluitkosten) die lager is dan de huidige kostengrens van € 290.000, dan kunt u dit jaar nog met NHG oversluiten.