Actiepunten voor de ondernemer

Het einde van het jaar is in zicht. Daarom hebben wij de actiepunten eind 2019 voor de ondernemer onder elkaar gezet. Hierin hebben we belangrijke thema’s uit de Belastingplannen 2020 en andere wet- en regelgeving overzichtelijk op een rij gezet met praktische actiepunten, waarmee u zich kunt voorbereiden op de nieuwe regels en het einde van bestaande regels.

Inhoudsopgave

Profiteer nog maximaal van de zelfstandigenaftrek
Anticipeer op aftrekvermindering
Controleer of u moet herinvesteren
Spreiden investeringen voor meer KIA of niet
Desinvesteren of juist niet?
Stel CO2-uitstootbeperkende investeringen uit
Voorkom dat oude IB-verliezen niet meer verrekenbaar zijn
Aan de slag met uw nieuwe btw-identificatienummer
Bereid u voor op 9%-tarief voor digitale media
Einde overgangsregeling btw-aftrek woon/werkpanden
Herziening van btw-aftrek bij gemengd gebruik
Btw-correctie privégebruik auto van de zaak
BUA-correctie voor personeelsvoorzieningen
Stel sluiten Brede weersverzekering uit
Subsidieregeling sanering varkenshouderijen
Voortgang Brexit: eind januari 2020 exit

Profiteer nog maximaal van de zelfstandigenaftrek

Dit jaar bedraagt de maximale zelfstandigenaftrek € 7.280. Met ingang van 2020 wordt deze aftrek verminderd in acht stappen van € 250 per jaar en een stap van € 280 in 2028. De maximale zelfstandigenaftrek bedraagt dan € 5.000. U kunt dit jaar nog profiteren van de bestaande zelfstandigenaftrek als u aan de volgende voorwaarden voldoet:

  • u bent jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd én
  • tenminste 1.225 uren én
  • 50% van uw totale arbeidstijd besteedt u aan werkzaamheden voor uw onderneming.

Heeft u aan het begin van het kalenderjaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt en voldoet u aan het urencriterium, dan heeft u recht op 50% van de aftrek.

Actiepunt
Om in aanmerking te komen voor de zelfstandigenaftrek moet u aannemelijk kunnen maken dat u aan het urencriterium heeft voldaan. Zorg dus dat u een urenspecificatie bijhoudt van uw werkzaamheden voor uw onderneming.

Anticipeer op aftrekvermindering

De stapsgewijze overgang naar twee tariefschijven leidt vanaf 2020 ook tot beperking van de ondernemersaftrek voor ondernemers met een inkomen in de hoogste belastingschijf. Tot de ondernemersaftrek worden gerekend: de zelfstandigenaftrek, de aftrek speur- en ontwikkelingswerk, de meewerkaftrek, de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, de stakingsaftrek, de mkb-winstvrijstelling en de tbs-vrijstelling. Al deze aftrekposten zijn dit jaar nog aftrekbaar tegen 51,75%. In 2020 zijn deze aftrekposten nog maar aftrekbaar tegen 46%. Jaarlijks gaat daar 3% extra vanaf, zodat in 2023 al deze aftrekposten nog slechts aftrekbaar zijn tegen het tarief van de eerste schijf van 37,05%.

Zorg dat u dit jaar zo maximaal mogelijk profiteert van de ondernemersaftrek. Wellicht kunt u winst uitstellen door aftrekposten naar voren te halen. Vraag uw adviseur welke mogelijkheden u daartoe heeft.

Controleer of u moet herinvesteren

Heeft u in het verleden een herinvesteringsreserve gevormd van de winst bij verkoop van een bedrijfsmiddel? Controleer dan of dit jaar het laatste jaar is, waarin u de reserve moet gebruiken. Dat moet immers binnen drie jaar na het jaar waarin u de herinvesteringsreserve heeft gevormd. Is dat het geval, zorg er dan voor dat u dit jaar nog investeert en voorkom daarmee dat u de reserve aan de belastbare winst moet toevoegen.

Spreiden investeringen voor meer KIA of niet

Het is ook zinvol om voor het benutten van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) te bekijken of u bepaalde investeringen nog in 2019 moet doen of dat u die beter kunt doorschuiven naar 2020. Het spreiden van investeringen kan u meer KIA opleveren. Investeert u tussen € 2.300 en € 57.321, dan krijgt u hierover 28% KIA. U kunt voor een totale investering tussen € 57.321 en € 106.150 een vast bedrag claimen van € 16.051. Voor investeringen van in totaal tussen € 106.150 en € 318.449 neemt dit vaste bedrag geleidelijk af. Boven een investeringsbedrag van € 318.449 krijgt u geen KIA meer. Spreiden van de investeringen over twee jaren is dan dus altijd voordeliger.

Desinvesteren of juist niet?

Heeft u voor uw investeringen investeringsaftrek genoten? Voorkom dan een desinvesteringsbijtelling. U krijgt hiermee te maken als u voor een bedrijfsmiddel investeringsaftrek heeft geclaimd, maar u dit bedrijfsmiddel verkoopt binnen vijf jaar na het begin van het jaar, waarin u de aftrek had geclaimd. Ook als u binnen die termijn een handeling verricht die met verkoop gelijk te stellen is – u brengt bijvoorbeeld een bedrijfsmiddel over naar uw privévermogen – krijgt u met de desinvesteringsbijtelling te maken. Check daarom altijd eerst de investeringsdatum, voordat u tot desinvesteren overgaat. Wellicht moet u dat pas in 2020 doen.

Stel CO2-uitstootbeperkende investeringen uit

De Energie-investeringsaftrek (EIA) is een extra aftrekpost van de investeringskosten op de fiscale winst bovenop de gebruikelijke afschrijving. Het aftrekpercentage bedraagt in 2019 45%. U komt hiervoor in aanmerking als uw bedrijf investeert in een energiezuinig bedrijfsmiddel dat op de zogenaamde Energielijst staat. Vanaf 2020 staan ook CO2-uitstootbeperkende investeringen op deze lijst. Bent u van plan om deze investeringen te doen? Stel ze dan uit naar volgend jaar. U moet de EIA aanvragen binnen drie maanden na het verlenen van de investeringsopdracht.

Voorkom dat oude IB-verliezen niet meer verrekenbaar zijn

Heeft u in het verleden verliezen geleden, dan kunt u die verrekenen met winsten van de voorafgaande 3 jaar of met de winsten van de 9 volgende jaren. Dit betekent dat verliezen uit 2010 na 31 december 2019 niet meer verrekenbaar zijn. Controleer daarom uw openstaande verliezen en onderneem tijdig actie, zodat u (een deel van) de verliezen wellicht toch nog kunt verrekenen. Dat kan bijvoorbeeld door omzet naar voren te halen, stille reserves in bedrijfsmiddelen te realiseren of uitgaven uit te stellen. Uw adviseur kan voor u onderzoeken welke mogelijkheden u heeft.

Aan de slag met uw nieuwe btw-identificatienummer

In oktober jl. heeft de Belastingdienst eenmanszaken het nieuwe btw-identificatienummer (het btw-id) gestuurd, dat vanaf 1 januari 2020 geldig is. Het is een persoonlijk, uniek nummer dat net als het huidige nummer bestaat uit: NL – negen cijfers – B – twee cijfers. Dit nummer vervangt het bestaande btw-identificatienummer, maar dan zonder dat daarin het burgerservicenummer (BSN) is verwerkt. Daardoor is het identificatienummer minder gevoelig voor identiteitsfraude. Het nieuwe btw-id moet u met ingang van 1 januari 2020 gebruiken voor al uw contacten met klanten en leveranciers.

Actiepunt
Zorg dat u uw facturen, website en andere communicatiemiddelen tijdig aanpast, zodat u vanaf 1 januari a.s. het nieuwe btw-id probleemloos kunt gebruiken. Ook is het van belang dat u bijtijds het nieuwe btw-identificatienummer doorgeeft aan uw adviseur, zodat hij/zij dit kan aanpassen in zijn/haar software en administratie.

Handel in de EU
Drijft u ook handel binnen de Europese Unie? Voor die situatie is het nieuwe identificatienummer vanaf 1 januari 2020 ook voor uw leveranciers te verifiëren in het uitwisselingssysteem voor btw-informatie (VIES).

Heeft u btw betaald in een ander EU-land en wilt u deze btw via de Nederlandse Belastingdienst terugvragen? Voor de elektronische btw-teruggaaf uit andere EU-landen blijft u (of uw adviseur) inloggen met uw huidige gebruikersnaam op het portaal op belastingdienst.nl/eubtw. Uw huidige gebruikersnaam is uw omzetbelastingnummer met daarvoor ‘NL’. De Belastingdienst geeft dan uw nieuwe btw-id door aan de EU-belastingdiensten, die uw verzoek om teruggaaf in behandeling nemen.

Bereid u voor op 9%-tarief voor digitale media

De invoering van het 9%-tarief op digitale media is dit jaar een feit geworden en treedt op 1 januari 2020 in werking. Onder digitale publicaties vallen digitale boeken, kranten en tijdschriften, maar bijvoorbeeld ook audioboeken. Het uitgangspunt hierbij is steeds dat de digitale uitgaven onder het verlaagde btw-tarief vallen als deze vergelijkbaar zijn met uitgaven op fysieke dragers waarop het verlaagde tarief van toepassing zou zijn. Vanaf 1 januari 2020 mag het verlaagd tarief ook worden toegepast op het verlenen van toegang tot nieuwswebsites, zoals die van dagbladen, weekbladen en tijdschriften.

Actiepunt
Vallen uw digitale publicaties volgend jaar onder het verlaagd tarief, dan zult u uw administratie, facturen en de prijstelling van uw producten hierop moeten aanpassen.

Geen overgangsregeling
Er is bovendien geen overgangsregeling getroffen, waardoor u extra alert moet zijn bij het bepalen van het toepasselijke tarief bij het verstrekken van digitale publicaties rond de jaarwisseling. Bepalend voor het btw-tarief is het tijdvak waarin de btw moet worden aangegeven. Wordt er vooruitbetaald op bijvoorbeeld een jaarabonnement van een digitaal tijdschrift, dan is hiervoor het moment van betaling of facturatie doorslaggevend. Wordt in 2019 vooruitbetaald of gefactureerd, dan bent u 21% btw verschuldigd, maar gebeurt dit in 2020 dan bent u slechts 9% btw verschuldigd. Wordt achteraf betaald, dan is bij verkoop aan particulieren het moment waarop de verstrekte dienst is voltooid doorslaggevend voor het btw-tarief. Wordt geleverd aan ondernemers en achteraf betaald, dan is het moment van factureren (of het moment waarop uiterlijk had moeten worden gefactureerd) bepalend voor het btw-tarief.

Einde overgangsregeling btw-aftrek woon/werkpanden

Sinds 1 januari 2011 is de volledige aftrek van btw op de aankoop of bouwkosten van een woon/werkpand niet meer mogelijk. Volgens de oude regels van vóór 2011 moest u de volledig afgetrokken btw corrigeren indien en voor zover er sprake was van privégebruik van het woon/werkpand. Gedurende een periode van tien jaar (inclusief het jaar waarin het woon/werkpand in gebruik is genomen) werd hierbij rekening gehouden met zowel op- als neerwaartse wijzigingen in de verhouding privé-/zakelijk gebruik van het pand. Destijds is een overgangsregeling getroffen voor eind 2010 al bestaande of aangekochte woon/werkpanden. Op deze panden bleven de oude regels onveranderd van toepassing. De tot eind 2010 al genoten btw-aftrek op de aankoop of bouwkosten van het woon/werkpand bleef in stand en ook ná 1 januari 2011 moet jaarlijks het feitelijk privégebruik aangegeven worden voor de nog resterende herzieningsperiode. Deze overgangsregeling eindigt eind 2019. Dit is in beginsel dus het laatste jaar waarin u de oude regels nog kunt toepassen.

Actiepunt
Het btw-tarief voor dit werkelijk privégebruik bedraagt nu 21%. Dat u in het verleden aftrek heeft gehad tegen een btw-tarief van slechts 19%, doet daar niet aan af.

Herziening van btw-aftrek bij gemengd gebruik

Gebruikt u goederen en diensten voor zowel belaste prestaties als vrijgestelde prestaties, dan is er sprake van gemengd gebruik. De btw die op deze goederen en diensten drukt, is niet volledig aftrekbaar. Heeft u de btw op goederen en diensten in aftrek gebracht, dan moet u jaarlijks toetsen of de in aftrek gebrachte btw nog overeenkomt met het werkelijk gebruik. Aan het eind van het jaar moet u daarom een herzieningsberekening maken. De eventueel te veel of te weinig in aftrek gebrachte btw corrigeert u dan in de aangifte over het laatste tijdvak van 2019.

Btw-correctie privégebruik auto van de zaak

U moet als ondernemer of werkgever jaarlijks btw afdragen over de waarde van het privégebruik van de auto van de zaak. Het woon-werkverkeer wordt overigens voor de btw tot het privégebruik gerekend. Betaalt uw werknemer een vergoeding voor het privégebruik, dan is deze vergoeding in beginsel tegen 21% btw belast. Als u of uw werknemer geen vergoeding betaalt voor het privégebruik maar er is wel een sluitende rittenadministratie bijgehouden, dan bedraagt de btw 21% over de uitgaven voor de werkelijk gereden privékilometers. Betaalt u of uw werknemer geen vergoeding voor privégebruik en een sluitende rittenadministratie ontbreekt, dan wordt de btw forfaitair gesteld op 2,7% (in enkele gevallen 1,5%) van de catalogusprijs (incl. bpm en btw) van de auto. De btw berekent u naar rato van het aantal dagen dat de auto (mede) voor privédoeleinden ter beschikking heeft gestaan. U geeft deze btw aan in het laatste tijdvak van het kalenderjaar.

Ook btw-correctie bij eigen bijdrage
De btw-correctie vindt in beginsel ook plaats wanneer u als dga of uw werknemer een vergoeding voor het privégebruik betaalt die lager is dan de zogenoemde ‘normale waarde’. Betaalt u of uw werknemer een onzakelijk lage vergoeding, dan moet die vergoeding ten minste op de normale zakelijke waarde worden gesteld. De normale waarde is het bedrag dat ‘in de markt’ moet worden betaald voor het gebruik van de betreffende auto. Die waarde is niet altijd even eenvoudig vast te stellen. Daarom mag u ook een evenredig deel van de aan het privégebruik toerekenbare totale kosten (waaronder de afschrijving) van de auto als grondslag voor de btw-correctie hanteren. Kunt u deze berekening niet maken, omdat bijvoorbeeld het aantal privékilometers niet bekend is, dan mag u toch de forfaitaire btw-correctie van 2,7% of 1,5% over de catalogusprijs toepassen. De eigen bijdrage voor het privégebruik moet dan wel lager zijn dan de normale waarde.

BUA-correctie voor personeelsvoorzieningen

De aftrek van voorbelasting voor personeelsvoorzieningen wordt op grond van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA) uitgesloten, tenzij de kosten per werknemer onder het bedrag van € 227 per jaar zijn gebleven. U moet aan het einde van het jaar beoordelen of deze grens al dan niet is overschreden. Bij overschrijding van het drempelbedrag is de btw op de kosten voor de personeelsvoorzieningen niet aftrekbaar. Tot de personeelsvoorzieningen behoren onder meer het personeelsfeest, het bedrijfsuitje, kerstpakketten en dergelijke. Voor kantineverstrekkingen geldt echter een aparte regeling.

Stel sluiten Brede weersverzekering uit

In de afgelopen jaren is gebleken dat het weer steeds extremer wordt. Dit jaar liep het kwik in Nederland bijvoorbeeld voor het eerst op tot boven de 40 graden Celsius. Dit betekent dat de kans op schade aan gewassen toeneemt. Overweegt u daartegen een Brede weersverzekering te sluiten? Wacht daar dan nog even mee tot 2020. Dan hoeft u hierover geen 21% assurantiebelasting meer te betalen.

Let op
U kunt ook een bijdrage in de verzekeringspremie van de Brede weersverzekering ontvangen. Deze subsidie is onlangs verlengd tot 21 januari 2025.

Subsidieregeling sanering varkenshouderijen

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) stelt een subsidie open voor varkenshouders die hun bedrijf definitief sluiten. De varkenshouderijen die hiervoor in aanmerking komen moeten een geurscore hebben van meer dan 0,4 en het bedrijf moet zijn gelegen in het concentratiegebied Zuid of Oost van de Meststoffenwet (Oost-Brabant, Noord-Limburg en delen van Gelderland). De subsidie bestaat uit een bijdrage in verband met het geheel of deels vervallen van het varkensrecht en een bijdrage vanwege het waardeverlies van de gebruikte productiecapaciteit voor het houden van varkens.

De eerste openstelling loopt van 25 november 2019 tot en met 15 januari 2020. De aanvragen worden gerangschikt naar geurscore, waarbij hogere geurscores voorrang krijgen.

Voortgang Brexit: eind januari 2020 exit

Met de instemming van het Britse parlement met de Brexit-deal en de toestemming van de EU met een uitstel van de Brexit tot 31 januari 2020, lijkt de kans groot dat de exit van het Verenigd-Koninkrijk (VK) uit de EU eind januari volgend jaar een feit wordt. Het uitstel biedt u als ondernemer in elk geval meer tijd om u hierop voor te bereiden. Daarvoor zijn er in de loop van het jaar door de overheid allerlei hulpmiddelen ontwikkeld om u te informeren en te helpen bij de Brexit, zoals:

  • het Brexit-loket, waar u onder meer een Brexit-impact-scan kunt vinden, waarmee u kunt nagaan welke gevolgen de Brexit heeft voor uw bedrijf en of u op koers ligt met de voorbereidingen;
  • een speciaal Brexit-magazine met een Douane-checklist en brexit-to-do-list;
  • opname van een interactieve track-and-trace-tool in het Brexit-loket waarmee u zelf een virtueel transport kunt ondernemen van Nederland naar de VK en andersom;
  • de Brexit-wake-up calls: podcasts waarin experts en ondernemers uit verschillende branches hun ervaringen delen en tips geven.

Vraag btw-verlegging aan bij import
Importeert u veel goederen uit het VK? Vraag dan een zogenoemde ‘artikel 23-vergunning’ aan. Die vergunning gebruikt u bij import uit een niet-EU-land. Zoals het er nu naar uitziet, wordt het VK vanaf 31 januari 2020 een niet-EU-land vanwege de Brexit. Bent u in het bezit van een artikel 23-vergunning, dan hoeft u de btw op de geïmporteerde goederen niet bij de inklaring aan de douane te betalen. Die btw wordt dan verlegd naar uw btw-aangifte. In dezelfde aangifte kunt u de btw als voorbelasting in aftrek brengen, mits u de goederen voor btw-belaste prestaties gebruikt.

Let op
Noord-Ierland behoort tot het VK. Hoewel Noord-Ierland in juridische zin de EU gaat verlaten, blijven de btw-regels van de EU daar toch gelden. Dat is zo geregeld bij de Brexit-deal.