We hebben de meest belangrijke zaken uit de belastingplannen 2023 en andere nieuwe wetgeving voor je verzameld. De voorgestelde maatregelen treden per 1 januari 2023 in werking, tenzij anders is vermeld. Houd er rekening mee dat zowel Tweede als Eerste Kamer nog anders kunnen beslissen over deze plannen.
Lees hier de belangrijkste ontwikkelingen voor alle belastingbetalers.
Verlaging laagste IB-tarief
Er zijn twee tariefschijven in de loon- en inkomstenbelasting: een schijf met een laag tarief (nu: 37,07%) en een schijf met een hoog tarief (nu: 49,5%) dat van toepassing is op een inkomen vanaf € 69.398.Volgend jaar ligt dit beginpunt van de tweede schijf bij € 73.031. In 2023 gaat het lage tarief omlaag naar 36,93%. Het hoge tarief wijzigt niet.
Afbouw algemene heffingskorting
De bestaande algemene heffingskorting van maximaal € 2.888 wordt afgebouwd met 6,007% van het inkomen uit werk en woning (het box-1-inkomen) voor zover dat meer bedraagt dan € 21.317. In 2023 gaat deze heffingskorting omhoog naar € 3.070. De afbouw begint dan bij een box-1-inkomen van € 22.660. Alleen de hoogte van jouw box-1-inkomen is momenteel bepalend voor de afbouw van de algemene heffingskorting. Vanaf 2025 zal bij de afbouw van deze heffingskorting ook rekening gehouden worden met het inkomen in box 2 en box 3. Dan wordt hiervoor dus bepalend het verzamelinkomen: het inkomen in box 1 tot en met 3.
Verhoging arbeidskorting
Veel mensen met een laag en gemiddeld inkomen kunnen niet rondkomen als gevolg van de prijsstijgingen van met name boodschappen, energie en brandstof. Het kabinet voert daarom vanaf 2023 een verhoging van de arbeidskorting in voor de laagste inkomens, zodat zij netto meer overhouden van hun loon. De maatregel moet ook een stimulans zijn voor parttimers om meer uren te gaan werken. Daarmee zou de verhoging ook een bijdrage leveren aan een oplossing voor het grote personeelstekort in veel sectoren. Daarnaast dient de verhoogde arbeidskorting als compensatie voor de verlaging van de zelfstandigenaftrek voor ondernemers.
Op termijn geen inkomensafhankelijke combinatiekorting meer
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) wordt afgeschaft voor nieuwe gevallen na 2024. Kinderen die zijn geboren in 2025 tellen namelijk niet meer mee voor de IACK. Vanaf 2037 wordt de IACK geheel afgeschaft.
Deze korting bedraagt dit jaar maximaal € 2.534 en gaat in 2023 naar maximaal € 2.694. Als je werkt en een kind hebt in de leeftijd tot 12 jaar, kan je in aanmerking komen voor de IACK. Dat is het geval als je geen fiscale partner hebt of als je die wel hebt maar jouw arbeidsinkomen lager is dan dat van je partner. De hoogte van de korting hangt af van jouw arbeidsinkomen.
Hogere ouderenkorting
De ouderenkorting is een heffingskorting voor de belastingplichtige die bij het einde van het kalenderjaar de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. De ouderenkorting van maximaal € 1.726 in 2022 gaat in 2023 omhoog naar € 1.835. Ook de alleenstaande ouderenkorting wordt verhoogd van € 449 in 2022 naar € 478 in 2023.
Eigenwoningforfait omlaag
Het eigenwoningforfait voor woningen met een WOZ-waarde tot € 1.200.000 (in 2023) wordt verlaagd van 0,45% naar 0,35% in 2023. Voor woningen met een WOZ-waarde van € 1.200.000 of meer blijft het forfait 2,35%. U bent dit tarief alleen verschuldigd voor de WOZ-waarde boven € 1.200.000.
Ook hogere onbelaste reiskostenvergoedingen in de inkomstenbelasting
De verhoging van de maximale onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 naar € 0,21 in 2023 en naar € 0,22 in 2024, werkt ook door naar verschillende regelingen in de inkomstenbelasting. Zo gelden de verhogingen ook voor de forfaits voor reiskosten in verband met ziekenbezoek, voor de kilometervergoeding voor weekenduitgaven gehandicapten en voor de giftenaftrek als je als vrijwilliger afziet van een reiskostenvergoeding.
Aanpassing leegwaarderatio verhuurde woningen
Wordt een woning verhuurd of verpacht, dan is de woning een vermogensbestanddeel van box 3.
Je past dan de leegwaarderatio toe om de waarde van de woning te bepalen. Dat geldt ook voor de waardebepaling van een geërfde of geschonken verhuurde (of verpachte) woning. De leegwaarderatio is een oplopend percentage van de WOZ-waarde van de woning en ligt in 2022 tussen 45% en 85%. De percentagens worden vanaf 2023 geactualiseerd, waarbij het hoogste percentage 100% wordt.
Tijdelijke (ver)huurcontracten worden uitgesloten van toepassing van de leegwaarderatio. Dit betekent feitelijk dat de leegwaarderatio voor tijdelijk verhuurde (verpachte) woningen wordt afgeschaft. Daarnaast wordt bij de verhuur aan verbonden partijen (bijvoorbeeld aan jouw kind) het percentage van de leegwaarderatio vastgesteld op het hoogste percentage (100%). Dat geldt ook bij een jaarlijkse huurprijs van meer dan 5% ten opzichte van de WOZ-waarde. Ook voor deze situaties betekent dit feitelijk afschaffing van de leegwaarderatio. In al deze gevallen waardeer je de verhuurde woning op de WOZ-waarde.
Beleid rechtsherstel box 3
Het beleid waarin is uitgewerkt hoe de aanslagen inkomstenbelasting met box 3 moeten worden vastgesteld naar aanleiding van het bekende Kerstarrest, heeft een wettelijke grondslag gekregen.
In sommige gevallen heb je recht op een teruggaaf. Bij het rechtsherstel wordt uitgegaan van de werkelijke samenstelling van het vermogen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Voor iedere vermogenscategorie geldt een afzonderlijk forfaitair rendementspercentage. Is het nieuw berekende box-3-voordeel lager dan volgens het oude wettelijk systeem, dan krijg je geld terug. Is het nieuw berekende box-3-voordeel hoger dan het wettelijk systeem, dan hoef je niets bij te betalen.
Geen rechtsherstel box-3 niet-bezwaarmakers
Heb je belast box-3-vermogen maar niet tijdig bezwaar gemaakt tegen de definitieve aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2017 t/m 2020 en stonden die aanslagen op 24 december 2021 (datum Kerstarrest) onherroepelijk vast? Dan heb je in beginsel geen recht op rechtsherstel voor de onterecht geheven box-3-heffing. Het kabinet heeft onderzocht of toch gedeeltelijk rechtsherstel mogelijk zou kunnen zijn, maar komt tot de conclusie dat hiervoor te weinig middelen beschikbaar zijn.
Wel heb je in beginsel de mogelijkheid om ambtshalve vermindering aan te vragen bij de Belastingdienst. Maar staatssecretaris Van Rij geeft aan dat dit je geen soelaas zal bieden, omdat jouw verzoek zal worden afgewezen op grond van een uitspraak van de Hoge Raad van mei 2022.
Plafond in de periodieke giftenaftrek
Als je periodieke giften doet aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI), geldt voor de giftenaftrek geen drempel en plafond, zoals die wel gelden voor andere giften. Je doet een periodieke gift in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 als je de giften in vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen doet en deze uiterlijk eindigen bij jouw overlijden. Deze giften moeten berusten op een notariële of onderhandse akte en je moet de giften minimaal voor de duur van 5 jaar doen.
De hoogte van de aftrekbare periodieke giften wordt vanaf volgend jaar beperkt tot € 250.000 per huishouden.
Jubelton wordt verkleind
De schenkingsvrijstelling eigen woning (ook wel jubelton) wordt al op 1 januari 2023 verlaagd van € 106.671 (in 2022) tot € 28.974. Het bedrag van de verlaagde schenkingsvrijstelling eigen woning wordt gelijk aan het bedrag van de eenmalige vrijgestelde en vrij besteedbare schenking van ouders aan kinderen. In 2024 wordt de jubelton helemaal afgeschaft. De schenkingsvrijstelling eigen woning kan ook worden benut voor schenkingen voor de eigen woning door anderen dan de ouders. Niet iedere begiftigde kan echter van deze vrijstelling gebruikmaken. De begiftigde (of zijn/haar partner) moet namelijk ouder dan 18 en jonger dan 40 jaar oud zijn. De dag van de 40ste verjaardag telt nog mee.
Spreiden mag
Dit jaar is het laatste jaar waarin de hoge eenmalige schenkingsvrijstelling van € 106.671 nog kan worden geclaimd. Wel kan je in 2023 aanvullend vrijgesteld schenken voor een woning aan dezelfde begiftigde tot € 106.671, mits de begiftigde in 2022 een beroep op de vrijstelling heeft gedaan.
Overweeg je om jouw (klein)kind financieel te ondersteunen bij de aankoop of verbouwing van een eigen woning, maar is het geld pas volgend jaar beschikbaar? Schenk dan in 2022 alvast iets meer dan de gewone jaarvrijstelling, waarvoor je (klein)kind in de aangifte schenkbelasting een beroep kan doen op de jubelton. De begiftigde moet de schenking uiterlijk eind 2024 hebben besteed aan de woning.
Verhoging overdrachtsbelasting
Koop je een woning die je als hoofdverblijf gaat gebruiken? Dan betaal je 2% overdrachtsbelasting (OVB) of je geniet een vrijstelling als je aan de daarvoor geldende voorwaarden voldoet. Koop je een woning die je niet als hoofdverblijf gaat gebruiken, bijvoorbeeld voor de verhuur, als tweede woning of vakantiehuis of je koopt bijvoorbeeld een woning voor je kind. Dan betaal je het hoge OVB-tarief van 8%, dat ook geldt voor niet-woningen. Dit hoge tarief gaat vanaf 2023 omhoog naar 10,4%
Box-3-heffing vanaf 2023
Voor de jaren 2023, 2024 en 2025 is in een overbruggingswet bepaald dat het bestaande box-3-stelsel wordt vervangen door een box-3-heffing die op de forfaitaire spaarvariant is gebaseerd. Deze variant biedt compensatie voor de box-3-heffng over de spaarrente, waarbij de rente vrijwel op 0% wordt gesteld en de heffing op beleggingen ongewijzigd blijft.
Vanaf 2026 moet de box-3-heffing een vermogensaanwasbelasting worden. Daarbij worden de waardeontwikkelingen van de vermogensbestanddelen in de box-3-heffing betrokken. Hoe dit precies vorm zal krijgen, is nu nog niet bekend. Aanvankelijk zou dit nieuwe box-3-stelsel op 1 januari 2025 in werking treden, maar dat is nu met een jaar uitgesteld omdat eerdere invoering niet haalbaar is gebleken. De box-3-heffing op basis van de overbruggingswet geldt daarom ook voor 2025.
Stapsgewijze verhoging van het box-3-tarief
Het tarief van box 3 gaat de komende jaren wel stapsgewijs omhoog met 1% van 31% nu naar 34% in 2025. Volgend jaar bedraagt de box-3-heffing dus 32%.
Verhoging heffingvrije vermogen
Het heffingvrije vermogen in box 3 is het deel van je vermogen waarover je geen box-3-heffing hoeft te betalen. De grens van dit vermogen zou volgens het coalitieakkoord op 1 januari 2023 extra worden verhoogd van € 50.650 (fiscale partners: € 101.300) naar € 80.000 per belastingplichtige. Deze verhoging gaat niet door. Wel wordt het bedrag van het heffingvrije vermogen op 1 januari 2023 verhoogd naar € 57.000 per belastingplichtige (fiscale partners: € 114.000).
Afschaffing middelingsregeling
Vanaf 2023 wordt de middelingsregeling afgeschaft. Deze regeling kan je van pas komen als je de afgelopen jaren met inkomensschommelingen te maken hebt gehad. Die wisselende inkomsten kunnen in het ene jaar zwaar belast zijn en in het andere jaar juist niet. De middelingsregeling matigt de belastingheffing over deze inkomsten door de inkomsten gelijkmatig over de jaren te verdelen. Je telt jouw belastbare inkomens van drie aaneengesloten jaren op en deelt het totaal door drie. Over dit gemiddelde inkomen herrekent je per jaar de verschuldigde inkomstenbelasting. Ben je over de drie jaren meer dan € 545 minder belasting verschuldigd dan zonder de middeling, dan kan je deze belasting terugvragen bij de Belastingdienst. De laatste jaren waarover je nog kunt middelen zijn 2022, 2023 en 2024.
Let op
De teruggaaf heeft geen invloed op de toeslagen die je al hebt gehad.
Vaker geen invorderingsrente
In de wet ligt vast in welke situaties het in rekening brengen van invorderingsrente achterwege mag blijven. Het gaat dan om situaties waarin de Ontvanger van de Belastingdienst uitstel van betaling heeft verleend in verband met bijzondere omstandigheden. Er is nu voorgesteld om de wet zo te wijzigen dat de Ontvanger in meer situaties de mogelijkheid krijgt om geen invorderingsrente in rekening te brengen.
Andere koopkrachtverhogende maatregelen
Het maximumbedrag van het kindgebonden budget voor het eerste en tweede kind wordt verhoogd met € 356. Dit geldt ook voor het extra bedrag voor alleenstaande ouders (alleenstaande ouderkop). Het bedrag voor het derde kind wordt gelijk aan het bedrag voor het tweede kind.
Een andere maatregel betreft uitwonende studenten. Zij krijgen € 165 per maand extra.
Meer huurtoeslag en huurverlaging
Het recht op huurtoeslag wordt onder de huidige regels beperkt door de hoogte van de huur. Die mag namelijk niet hoger zijn dan de huurgrens (€ 763,47 per maand). Ook het inkomen (tot € 32.500 per toeslaggerechtigde) en het vermogen (tot € 31.747 per toeslaggerechtigde) beperken het recht op huurtoeslag. Volgend jaar gaat de huurtoeslag structureel omhoog met € 16,94 per maand. Omdat je in december al de toeslag voor januari ontvangt, heb je de hogere toeslag nog voor de feestdagen. Daarnaast krijgen huurders met een laag inkomen (onder 120% van het sociaal minimum) die een corporatiewoning huren vanaf 1 juli 2023 een huurverlaging van gemiddeld € 57 per maand.
Einde verhuurderheffing
Na heel veel discussie wil het kabinet toch de verhuurderheffing afschaffen per 1 januari 2023. Je bent deze heffing verschuldigd als je op 1 januari van het jaar in het bezit bent van meer dan 50 huurwoningen, waarvan de kale huurprijs op of onder de huurgrens blijft (in 2022: € 763,47 per maand). De verhuurderheffing wordt berekend over de WOZ-waarde van deze huurwoningen – met een maximum van € 345.000 per woning (in 2022) – verminderd met 50 x de gemiddelde WOZ-waarde van deze woningen. Zijn de woningen Rijksmonumenten? Dan ben je vrijgesteld van de verhuurderheffing. Rijksmonumenten zijn woningen die volgens de Erfgoedwet als zodanig zijn aangewezen.
Aanpassingen belasting op energie en brandstof
De korting op de energiebelasting wordt volgend jaar voortgezet en verhoogd. De energiebelasting op gas wordt verlaagd met 6,31 eurocent per m3 en met 7,06 eurocent per kWh voor elektriciteit. De energietoeslag van € 1.300 voor de meest kwetsbare huishoudens (in 2022: maximaal maandinkomen van € 1.310 voor alleenstaande en € 1.871 voor samenwoners) wordt in 2023 voortgezet.
De tijdelijke btw-verlaging op aardgas, elektriciteit en stadsverwarming wordt vanaf 31 december 2022 weer teruggedraaid. Het tarief gaat dan weer van 9% naar 21%. Wel blijven de accijnsverlagingen op brandstof nog zes maanden langer in stand tot 1 juli 2023. Sinds 1 april 2022 is de accijns op benzine en diesel, LPG en LNG (vloeibaar natuurlijk gas) verlaagd. Het accijnstarief op ongelode benzine is met € 0,0173 per liter verlaagd en van diesel met € 0,111 per liter. Ook de accijns op LPG (waaronder vloeibare propaan en butaan) en LNG is verlaagd en wel met € 0,041 per liter. De verlagingen worden vanaf 1 juli 2023 gehalveerd.
Tip
Heb je een kleine beurs, check dan of je dit jaar aanspraak kunt maken op de energietoeslag van
€ 1.300 via jouw gemeente. Heb je volgend jaar recht op deze toelage, weet dan dat de gemeente daarvan € 500 al dit jaar mag uitkeren.
Verhoging zorgtoeslag
De zorgtoeslag gaat voor alleenstaanden eenmalig omhoog met € 432 en voor partners met
€ 463. Omdat in december al de toeslag voor januari aan je wordt uitgekeerd, heb je de hogere toeslag over januari nog voor de Kerst.
Geen btw meer bij zonnepanelen op woningen
Vanaf 1 januari 2023 wordt het btw-nultarief van toepassing op de levering en installatie van zonnepanelen op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen. Dit laatste betekent dat ook zonnepanelen die op een schuur, garage, in de tuin en/of op een uitbouw bij de woning worden geplaatst, kwalificeren voor het nultarief. De bestemming van de zonnepanelen is doorslaggevend. Het nultarief kan daardoor ook worden benut door woningcorporaties en particuliere verhuurders die zonnepanelen laten plaatsen op hun woningen. Omdat bij de aankoop en installatie van zonnepanelen geen btw meer hoeft te worden betaald, is het terugvragen van btw niet meer nodig.
Let op
De verhuur van zonnepanelen op woningen valt niet onder het btw-nultarief.
Meer vliegtax betalen
Vliegen vanaf een Nederlandse luchthaven wordt vanaf volgend jaar duurder. Het kabinet stelt voor het tarief van de vliegbelasting te verhogen van € 7,95 naar € 26,43 per vertrekkende vlucht. Transfers worden uitgezonderd van deze maatregel.
Maatregelen energiefonds en prijsplafond
De regering heeft maatregelen getroffen om de oplopende energierekening van burgers af te remmen. De maatregelen gelden voor mensen die dit jaar een nieuw energiecontract moeten sluiten of hebben afgesloten met variabele, hogere tarieven. De verwachting is dat steeds meer mensen hiermee te maken krijgen.
Er wordt een energiefonds opgericht, dat wordt gevuld door een bijdrage van de overheid en van de energieleveranciers. Dit geld wordt gebruikt om de energierekening over te nemen van mensen die niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Deze mensen hebben al verschillende aanmaningen gehad zonder dat zij hebben betaald.
Daarnaast komt er een prijsplafond voor gas en elektra tot eind 2023. Dat plafond komt voorlopig te liggen bij maximaal € 1,50 per kuub gas en 70 eurocent voor elektra. De maatregel gaat gelden vanaf 1 januari 2023, maar vanaf 1 november a.s. gaat je voorschotnota alvast omlaag. Je gaat het verlaagde tarief betalen voor een gemiddeld gebruik. Dat ligt ongeveer bij 1.200 m3 gas en 2400 kWh stroom per jaar. Voor het meerdere verbruik betaal je de geldende marktprijs. De overheid betaalt het verschil tussen het verlaagde tarief en de geldende marktprijs over het gemiddelde gebruik aan de energieleveranciers. Het prijsplafond geldt voor burgers maar ook voor ondernemers die recht hebben op de belastingvermindering in de energiebelasting. Er volgt nog een specifiek pakket voor de ondersteuning van energie-intensieve mkb-bedrijven, zoals bakkers.
Tot slot wordt er een maatregel getroffen om langdurige energiecontracten te stimuleren. Dit moet een rem zetten op het aantal kortlopende contracten, die veel onzekerheid met zich meebrengen voor energiebedrijven en burgers.