Prinsjesdag 2022; de belangrijkste ontwikkelingen voor de DGA

We hebben de meest belangrijke zaken uit de belastingplannen 2023 en andere nieuwe wetgeving voor je verzameld. De voorgestelde maatregelen treden per 1 januari 2023 in werking, tenzij anders is vermeld. Houd er rekening mee dat zowel Tweede als Eerste Kamer nog anders kunnen beslissen over deze plannen.

Lees hier de belangrijkste ontwikkelingen voor de DGA.

Winstgrens eerste schijf verlaagd en tarief omhoog

De eerste tariefschijf van de vennootschapsbelasting (15%) is sinds 1 januari 2022 verhoogd naar een jaarwinst van € 395.000. Vanaf 2023 wordt deze verhoging weer teruggedraaid en gaat de schijfgrens naar een jaarwinst van € 200.000. Bovendien gaat het tarief van 15% naar 19%! Het tarief in de tweede schijf (vanaf € 200.000) blijft 25,8%.

Tip
Vraag je adviseur of er mogelijkheden zijn om winst naar voren te halen.

Aanscherping gebruikelijk loon

Je moet als aanmerkelijkbelanghouder (5% of groter aandelenbelang) ten minste een gebruikelijk loon opnemen voor het werk dat je voor jouw bv verricht. Dat loon wordt nu in beginsel vastgesteld op het hoogste bedrag uit de volgende reeks bedragen:

• 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
• het hoogste loon van werknemers in dienst van de vennootschap of daarmee verbonden vennootschappen; of
• € 48.000.

Bij de hierboven genoemde 75% is rekening gehouden met een doelmatigheidsmarge van 25%. Deze marge houdt in dat je jouw loon 25% lager mag vaststellen dan gebruikelijk is voor de functie. Het kabinet heeft nu voorgesteld om deze marge vanaf 2023 af te schaffen.

Einde gebruikelijkloonregeling dga innovatieve start-up

Ben je directeur-grootaandeelhouder (dga) van een innovatieve start-up? Dan mag je maximaal 3 jaar jouw gebruikelijk loon vaststellen op het wettelijk minimumloon. Je moet hiervoor een S&O-verklaring hebben en maximaal 5 jaar inhoudingsplichtige zijn voor de loonbelasting en hiervan maximaal al 2 jaar een S&O-verklaring hebben gehad. Deze regeling is eind 2021 verlengd tot 1 januari 2023, omdat de evaluatie van deze regeling nog niet was afgerond. Het kabinet stelt voor om de regeling
per 1 januari 2023 alsnog te laten vervallen.

Invoering twee box-2-tarieven

Vanaf 2024 wil het kabinet twee tariefschijven invoeren in box 2 van de inkomstenbelasting. De eerste schijf met een tarief van 24,5% geldt voor box-2-inkomsten (bijvoorbeeld dividenden) tot € 67.000 en daarboven zal een tarief van 31% gelden. Heb je een fiscaal partner dan geldt het lage box-2-tarief tot € 134.000 bij een gelijke verdeling tussen jou en je partner. Het huidige box-2-tarief is 26,9%. Ben je van plan om een dividenduitkering te doen? Dan is het tarief van belang voor de keuze om dat dit jaar of in 2023 te doen. Of om dit uit te stellen naar 2024 of later. Bij een dividenduitkering tot € 67.000 (partners: € 134.000) heb je immers vanaf 2024 een tariefvoordeel van 2,4%, daarboven juist een tariefnadeel van 4,1%.

Excessief lenen beperkt
De nieuwe tarieven zijn ook van belang voor de gevolgen van het ‘Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap’, dat vorige week is aangenomen door de Tweede Kamer. Daarbij wordt in beginsel het lenen bij de eigen bv boven een bedrag van € 700.000 vanaf 2023 belast als inkomen uit aanmerkelijk belang (box-2-inkomen).

Tip
Zijn de schulden bij jouw eigen bv hoger dan € 700.000, zorg er dan voor dat je de schuldenlast uiterlijk eind 2023 (het eerste meetmoment van de Belastingdienst) hebt teruggebracht tot maximaal € 700.000.

ODV omzetten in oudedagslijfrente

Misschien heb je ervoor gekozen om jouw in eigen beheer opgebouwde pensioen om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV). Het is mogelijk om de ODV om te zetten in een (al dan niet tijdelijke) oudedagslijfrente. Bij die omzetting moeten dan wel de regels van het lijfrenteregime worden gevolgd. Een van die regels is dat de uitkeringen uit hoofde van een lijfrente uiterlijk ingaan in het jaar waarin je de leeftijd bereikt die vijf jaar hoger is dan de AOW-leeftijd. Deze regel roept in de praktijk ‘ongewenste situaties’ op. Daarom wordt onder voorwaarden goedgekeurd om voor de omzetting van een ODV in een oudedagslijfrente deze specifieke regel overboord te zetten. Dit op voorwaarde dat de lijfrente-uitkering direct ingaat en dat er een verzoek aan de inspecteur van de Belastingdienst wordt gedaan. Deze goedkeuring is op Prinsjesdag omgezet in een wettelijke regeling.