Startpunten voor alle belastingbetalers 2022

Een goed begin is het halve werk, met de startpunten voor alle belastingbetalers. Deze staat boordevol handige tips en attentiepunten voor dit jaar.

Inhoudsopgave

Tariefschijven en heffingskortingen
Wijzigingen eigen woning
Invordering belastingschulden versoepeld
Opnieuw minder kostenaftrek
Wijzigingen in box 3
Overdrachtsbelasting en onvoorziene omstandigheden
STAP-budget stap dichterbij
Maximale uurprijzen kinderopvangtoeslag
Denksportorganisaties opgelet
Herstel recht huurtoeslag na huurgrensoverschrijding
Vermogensgrens zorgtoeslag verhoogd
AOW-leeftijd omhoog
Minder verhuurderheffing
Verlaging energiebelasting
Snel subsidie aanvragen voor aankoop of lease elektrische personenauto
Wijzigingen in de schenkingsvrijstellingen

Tariefschijven en heffingskortingen

Het tarief in de eerste schijf van de loon- en inkomstenbelasting is iets verlaagd van 37,10% naar 37,07%. Het tarief in de tweede schijf blijft 49,5% gebleven, maar deze tariefschijf begint vanaf 2022 bij een inkomen van € 69.398 (in 2021: € 68.507). Volgend jaar gaat het tarief in de eerste schijf verder omlaag naar 37,05% en in 2024 naar 37,03%.

Gewijzigde heffingskortingen

De belangrijkste heffingskortingen zijn verhoogd. Zo is de maximale algemene heffingskorting verhoogd van € 2.837 in 2020 naar € 2.888 in 2022. Vanaf een inkomen van € 21.317 wordt deze heffingskorting afgebouwd met 6,007%. Daardoor heb je vanaf een inkomen van € 69.398 geen algemene heffingskorting meer. De maximale arbeidskorting is omhoog gegaan van € 4.205 in 2021 naar € 4.260 in 2022. Ook de arbeidskorting wordt afgebouwd naar mate je inkomen stijgt. De afbouw gaat echter langzamer dan in 2021, namelijk met 5,86% (2021: 6%). De afbouw begint bij een arbeidsinkomen (winst, loon of resultaat uit overige werkzaamheden) van € 36.649. De maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is verlaagd naar € 2.534 (in 2021: € 2.815). Als je werkt en een kind hebt in de leeftijd tot 12 jaar, kom je mogelijk in aanmerking voor de IACK. Dat is het geval als je geen fiscale partner hebt of als je die wel hebt maar jouw arbeidsinkomen lager is dan dat van je partner. De hoogte van de korting hangt af van jouw arbeidsinkomen. De IACK wordt met 11,45% opgebouwd vanaf een arbeidsinkomen van € 5.219 (in 2021: € 5.153). De maximale ouderenkorting is verhoogd van € 1.703 in 2021 naar € 1.726 in 2022. Vanaf een verzamelinkomen van € 38.464 (in 2021:€ 37.970) wordt deze korting met 15% geleidelijk afgebouwd. Tot slot noemen we de alleenstaande-ouderenkorting. Die korting wordt in 2022 ook iets verhoogd naar € 449 (in 2021: € 443).

Minder algemene heffingskorting aan partner zonder inkomen

Sinds 2009 wordt de uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de partner zonder inkomen geleidelijk in 15 jaar met 6,67% per jaar afgebouwd tot nul. Dit betekent dat er in 2022 ten hoogste 6,67% van de algemene heffingskorting wordt uitbetaald aan de partner. In 2023 is deze zogenoemde ‘aanrechtsubsidie’ geheel afgeschaft.

Let op
De afbouw geldt niet voor de partner die vóór 1963 is geboren.

Wijzigingen eigen woning

Het eigenwoningforfait voor woningen met een WOZ-waarde tot € 1.130.000 (in 2021: € 1.110.000) is verlaagd van 0,50% naar 0,45%. Heb je een woning met een WOZ-waarde van € 1.130.000 of meer, dan blijft het forfait 2,35%. Je bent dit tarief alleen verschuldigd voor de WOZ-waarde boven € 1.130.000.

Afbouw renteaftrek

De aftrekposten in de hoogste belastingschijf (in 2022: € 69.398) worden geleidelijk verminderd. Dit betekent dat je de hypotheekrente nog tegen 40% (in plaats van 43%) in aftrek kunt brengen. De aftrek wordt volgend jaar verder afgebouwd tot maximaal 37,05%.

Tip

De afbouw van de hypotheekrenteaftrek kan aanleiding zijn om de voorlopige aanslag of teruggaaf te laten aanpassen. Dat geldt ook in het geval je vorig jaar jouw hypotheek hebt overgesloten naar een hypotheek met een veel lagere rente, waardoor je minder renteaftrek hebt.

Aftrek geen of kleine eigenwoningschuld

De regeling waarbij je geen eigenwoningforfait hoeft bij te tellen bij je inkomen als je geen of slechts een kleine hypotheek hebt, wordt stapsgewijs in 30 jaar afgebouwd. De aftrek wordt jaarlijks met 31/3% verlaagd. In 2022 is de aftrek beperkt tot 86 2/3%.

Invordering belastingschulden versoepeld

Sinds september 2021 is de invordering van belastingschulden waarvoor geen bijzonder uitstel is gevraagd weer gestart met de verzending van vooraankondigingen, herinneringen en aanmaningen. Toch heeft het kabinet besloten om meer tijd te nemen, voordat verdergaande stappen in de invordering worden gezet. Heb jij of jouw bedrijf je belastingschulden nog niet ingelost, dan krijg je deze maand een brief waarin onder meer wordt beschreven hoe je alsnog uitstel van betaling kunt aanvragen. De betekening van dwangbevelen die eerst gepland stond voor 7 januari 2022, is ten minste een maand uitgesteld.

Daarnaast wordt het uitstelbeleid uitgebreid, zodat je ook een betalingsregeling kunt krijgen voor de motorrijtuigenbelasting.

Opnieuw minder kostenaftrek

Het percentage waartegen je kostenaftrek kunt claimen voor zover je inkomen hebt in de hoogste belastingschijf, is ook in 2022 verder afgebouwd. Dit percentage bedraagt nu 40% (in 2021: 43%). De aftrek wordt volgend jaar verder afgebouwd, zodat dan het aftrekpercentage nog maar 37,05% bedraagt.

Let op
De aftrekbeperking geldt niet voor de premies van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en lijfrentepremies. Die blijven in de hoogste schijf voorlopig aftrekbaar tegen 49,5%.

Wijzigingen in box 3

De vrijstelling in box 3 is verhoogd van € 50.000 naar € 50.650 per belastingplichtige. Heb je een fiscale partner, dan hebben jullie samen dus een vrijstelling van € 101.300. Het tarief is 31% gebleven. De verhoging van de box-3-vrijstelling werkt echter niet door naar de diverse inkomens- en vermogensafhankelijke regelingen, zoals de zorg- en kinderopvangtoeslag en de eigen bijdrage aan een zorginstelling.

Wijziging grondslag vermogensgrens voor huurtoeslag

Sinds 2021 is een vermogensgrens geïntroduceerd voor de vaststelling of recht bestaat op huurtoeslag. Die grens ligt in 2022 bij een rendementsgrondslag in box 3 die hoger is dan € 31.747 (fiscale partners € 63.494). Is het box-3-vermogen hoger dan deze grens, dan legt de inspecteur het bedrag van de rendementsgrondslag vast in een voor bezwaar vatbare beschikking die wordt opgenomen op de aanslag inkomstenbelasting. Deze vermogensgrens is alleen relevant voor de huurtoeslag, omdat op andere inkomensafhankelijke regelingen geen (kinderopvangtoeslag) of juist hogere vermogensgrenzen (zorgtoeslag; zie hierna) van toepassing zijn.

Nog steeds forfaitaire rendementen

Het systeem van box 3 wijzigt (nog) niet. Hoe groter jouw vermogen is, des te meer rendement je geacht wordt te maken en dus hoe meer box-3-heffing je moet betalen. De definitieve forfaitaire rendementspercentages voor de box-3-heffing in 2022 zijn (tussen haakjes forfaitair rendementspercentages 2021):

box 3-vermogen > Forfaitair rendementspercentage
€ 50.650 – € 101.300 > 1,82% (1,90%)
€ 101.300 – € 1.013.000 > 4,37% (4,50%)
boven € 1.013.000 > 5,53% (5,69%)

Onderzoek de alternatieven

Voor de grotere vermogens is het zinvol om te kijken of er alternatieven zijn. Zo kan je misschien beter jouw eigenwoningschuld aflossen, of je vermogen overbrengen naar een open fonds voor gemene rekening of misschien wel naar een bv? Het is de moeite waard om dit eens te laten uitzoeken.

Overdrachtsbelasting en onvoorziene omstandigheden

Koop je een woning die je als hoofdverblijf gaat gebruiken, dan betaal je 2% overdrachtsbelasting (OVB). Koop je een woning die voor jou geen hoofdverblijf is, dan betaal je 8% OVB. Ben je (of is jouw partner) tussen 18 en 35 jaar oud? In dat geval kan je mogelijk de startersvrijstelling benutten, waardoor je in het geheel geen OVB hoeft te betalen. Dat is het geval als de waarde van de aangekochte woning inclusief aanhorigheden niet meer dan € 400.000 bedraagt en je de startersvrijstelling niet eerder hebt benut. Cruciaal voor de toepassing van het 2%-tarief en de startersvrijstelling is dat je de woning als hoofdverblijf anders dan tijdelijk gaat bewonen. Toch kunnen zich vóór de verkrijging van de woning maar nadat de koopovereenkomst niet meer kan worden ontbonden, onvoorziene omstandigheden (zoals overlijden of scheiding) voordoen, waardoor je niet meer aan het hoofdverblijfcriterium voldoet. Onder deze omstandigheden geldt dat je geacht wordt de woning als hoofdverblijf te zullen gebruiken, waardoor je niet alsnog het 8%-tarief in de OVB verschuldigd bent. Voor onvoorziene omstandigheden die zich voordoen ná de levering is dit al zo geregeld.

STAP-budget stap dichterbij

Dit jaar vervangt het zogenoemde STAP-budget de fiscale aftrek voor scholingsuitgaven. Met het STAP-budget kan je bij het UWV een individueel leer- en ontwikkelbudget van maximaal € 1.000 per jaar aanvragen. Daarmee kun je je verder ontwikkelen om je inzetbaarheid op de arbeidsmarkt te vergroten. De scholingsactiviteiten die hiervoor kwalificeren komen in het STAP-scholingsregister te staan. Je kunt het STAP-budget aanvragen via het STAP-portaal van het UWV. Dat kan één keer per jaar. Wordt de aanvraag goedgekeurd, dan betaalt het UWV het bedrag rechtstreeks aan de opleider. Het STAP-loket start pas per 1 maart 2022. Tot die tijd ben je voor de financiering van je scholingsactiviteiten aangewezen op de mogelijkheden bij je werkgever, sector of bijvoorbeeld de regeling ‘NL leert door’.

Maximale uurprijzen kinderopvangtoeslag

In 2022 zijn de maximale uurprijzen waarvoor je kinderopvangtoeslag kunt krijgen, verhoogd. De maximale uurprijs voor dagopvang is € 8,50 (in 2021: € 8,46), voor buitenschoolse opvang € 7,31 (in 2021: € 7,27) en voor gastouderopvang € 6,52 (in 2021: € 6,49). Per kind kan je voor maximaal 230 uur per maand kinderopvangtoeslag krijgen. Ook het toetsingsinkomen is gewijzigd. Vanaf een inkomen van € 127.939 (in 2021: € 129.457) ontvang je 33,3% van de opvangkosten voor het eerste kind. Dit percentage loopt bij een lager toetsingsinkomen op tot 96%. Dit geldt bij een inkomen van € 26.066 (in 2021: € 25.709) of minder.

Denksportorganisaties opgelet

Ben je bestuurder van een denksportorganisatie, weet dan dat jouw organisatie sinds 1 januari 2022 niet meer onder de sportvrijstelling valt. Ook de culturele btw-vrijstelling is niet van toepassing op denksporten als bridge, schaken, dammen en go. Daarvoor worden deze sporten in de maatschappij onvoldoende in verband gebracht met cultureel erfgoed. Sinds 1 januari 2022 is een denksportorganisatie dus in beginsel btw-plichtig.

Gevolgen

Jouw organisatie moet btw voldoen over de inkomsten, zoals contributies en inschrijfgeld. Ook kan geen gebruik meer worden gemaakt van de btw-vrijstelling voor fondswervende (kantine)activiteiten en van het verlaagde btw-tarief (9%) voor de terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie. Jouw organisatie is dus over de inkomsten 21% btw-verschuldigd. Wel is per 1 januari jl. een recht op aftrek van btw op kosten en investeringen ontstaan.
Ook moet je een btw-administratie opzetten en zal je btw-aangiften moeten indienen.

Tip
Heeft jouw denksportorganisatie de afgelopen jaren investeringen gedaan, waarvan de btw niet aftrekbaar was vanwege de toepassing van de sportvrijstelling, dan kan je die btw mogelijk herzien en terugvragen. Vraag je adviseur naar de mogelijkheden.

KOR of niet?

Jouw denksportorganisatie kan – indien gewenst – een verzoek indienen voor toepassing van de kleineondernemersregeling (KOR). Er hoeft dan geen btw te worden afgedragen en ook geen btw-aangifte te worden gedaan. Maar je kunt dan geen btw op kosten en investeringen in aftrek brengen. Voorwaarde voor toepassing van de KOR is dat de jaaromzet van de organisatie € 20.000 of lager is. Je dient een speciaal aanmeldformulier in bij de Belastingdienst (team Stichtingen en Verenigingen) om jouw denksportorganisatie aan te melden voor de KOR.

Let op
Is de organisatie niet aangemeld als btw-ondernemer én niet verplicht om zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel? In dat geval wordt de organisatie automatisch aangemeld voor de KOR als haar omzet € 1.800 per jaar is, of minder. Je hoeft dan dus geen aanmeldformulier in te sturen.

Herstel recht huurtoeslag na huurgrensoverschrijding

Naast inkomen en vermogen is ook de huurprijs bepalend of je recht op huurtoeslag hebt. Als jouw huurprijs de maximum huurgrens (in 2022: € € 763,47 per maand) overschrijdt, heb je in beginsel geen recht (meer) op huurtoeslag. Tot voor kort kon je jouw recht op huurtoeslag voor altijd verliezen als je (een maand) voordat de huurprijs de grens overschreed, geen huurtoeslag ontving. Je had dat jaar bijvoorbeeld teveel inkomen. Je kon daarna geen huurtoeslag meer aanvragen als jouw inkomen of vermogen op een later moment weer daalt. Daarin is verandering gekomen. Je kunt vanaf dit jaar in dat geval toch weer voor huurtoeslag in aanmerking komen als je inkomen of vermogen weer daalt. Daar wordt wel de voorwaarde aan verbonden dat je voordat de overschrijding plaatsvond, voor jouw woning al wel ooit recht op huurtoeslag had.

Vermogensgrens zorgtoeslag verhoogd

Veel mensen weten niet dat zij recht hebben op de zorgtoeslag (in 2022: maximaal € 110 per maand of € 211 per maand als je een toeslagpartner hebt) en vinden het te ingewikkeld om dit uit te zoeken. Ten eerste moet je 18 jaar of ouder zijn en een Nederlandse zorgverzekering hebben. Daarnaast moet je voldoen aan een inkomenseis en een vermogenseis. Heb je geen toeslagpartner, dan mag je inkomen niet hoger zijn dan € 31.998 (in 2021: € 31.138) Heb je wel een toeslagpartner, dan ligt de inkomensgrens bij € 40.944 (in 2021: € 39.979) voor jullie samen. Daarnaast mag je ook niet te veel vermogen hebben. De vermogensgrens voor de zorgtoeslag per 1 januari 2022 is verhoogd tot € 120.020 (in 2021: € 118.479) voor een alleenstaande en tot € 151.767 (in 2021: € 149.819) als je een toeslagpartner hebt.

Tip
Je kunt ook in aanmerking komen voor de zorgtoeslag als je met een inkomensdaling te maken hebt gehad, bijvoorbeeld doordat je minder bent gaan werken of door een echtscheiding.

AOW-leeftijd omhoog

Sinds 1 januari 2022 is de AOW-leeftijd verhoogd van 66 jaar en 4 maanden naar 66 jaar en 7 maanden. Volgend jaar wordt de AOW-leeftijd verder verhoogd naar 66 jaar en 10 maanden. Vanaf 2024 bedraagt de AOW-leeftijd 67 jaar en wordt daarna tot en met 2027 niet verder verhoogd. Vijf jaar voor de beoogde ingangsdatum wordt aan de hand van CBS-gegevens beslist of de AOW-leeftijd al dan niet verder omhoog gaat.

Minder verhuurderheffing

Was je op 1 januari 2022 in het bezit van meer dan 50 huurwoningen met een maximale huurprijs van € 763,47 per maand? In dat geval ben je verhuurderheffing verschuldigd over de WOZ-waarde van deze huurwoningen (met een maximum van € 345.000 per woning) verminderd met 50 x de gemiddelde WOZ-waarde van deze woningen. Je bent vrijgesteld van de verhuurderheffing als de woningen Rijksmonumenten zijn, die krachtens de Erfgoedwet als zodanig zijn aangewezen. De verhuurderheffing bedraagt 0,332% (in 2021: 0,526%) van de heffingsgrondslag.

Verlaging energiebelasting

De hoge gasprijs zorgt ervoor dat de energierekening enorm is gestegen. Die energierekening wordt dit jaar door enkele tijdelijke maatregelen verlaagd. De eerste maatregel betreft de verlaging van het tarief in de eerste schijf voor elektriciteit met € 0,05436 per kWh (excl. btw). Hoeveel dat voor jou scheelt, hangt af van je stroomverbruik. De maatregel geldt voor huishoudens en mkb-ondernemers. De tweede maatregel betreft een extra belastingvermindering in de energiebelasting van € 265 (inclusief btw) per elektriciteitsaansluiting.

Extra tegemoetkoming mkb-ondernemers

Om mkb-ondernemers extra tegemoet te komen, zijn ook de tweede en derde verbruiksschijf van het elektriciteitstarief verlaagd. De tweede schijf (10.000 – 50.000 kWh) wordt met € 0,00859 per kWh (excl. btw) verlaagd en de derde schijf (50.000 – 10.000.000 kWh) met € 0,00201 per kWh (excl. btw).

Snel subsidie aanvragen voor aankoop of lease elektrische personenauto

Je kunt als particulier subsidie krijgen voor de aankoop of (private) lease van een nieuwe elektrische auto. Daarvoor is namelijk op 3 januari 2022 het loket voor de tijdelijke Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren (SEPP) opengegaan. Het subsidiebedrag bedraagt € 3.350 voor een nieuwe elektrische personenauto. In 2023 gaat dit subsidiebedrag naar € 2.950 en in 2024 naar € 2.550. Vanaf 2025 wordt geen subsidie meer verstrekt. Je kunt in deze subsidieregeling ook subsidie krijgen voor de aanschaf van een gebruikte elektrische personenauto. Het subsidiebedrag bedraagt dan € 2.000. Dit bedrag blijft de komende jaren gelijk.

Tip
De ervaring leert dat deze subsidiepot – met name voor nieuwe elektrische auto’s – razendsnel leeg is. Dus wacht niet te lang met de aankoop of lease en het doen van de aanvraag.

Wijzigingen in de schenkingsvrijstellingen

In 2021 werden de jaarlijkse schenkingsvrijstelling voor kinderen en de vrijstelling voor overige verkrijgers verhoogd met € 1.000. De vrijstelling voor schenkingen aan kinderen (na inflatiecorrectie) bedroeg daardoor € 6.604 en die voor de overige verkrijgers € 3.244. Deze verhogingen gelden niet in 2022. De vrijstelling voor schenkingen aan overige verkrijgers is vastgesteld op € 2.274. De jaarlijkse schenkingsvrijstelling voor kinderen bedraagt dit jaar € 5.677. De kinderen hoeven in dit geval geen aangiftebiljet voor de schenkbelasting in te dienen. Als je meer schenkt, moet over het meerdere schenkbelasting worden betaald. In dat geval moeten jouw kinderen uiterlijk vóór 1 maart 2022 een aangiftebiljet voor de schenkbelasting hebben ingediend.

Eenmalig vrijgesteld schenken aan je kinderen

Naast de jaarlijkse schenking kan je jouw kinderen (of hun partners) als zij ouder zijn dan 18 en jonger dan 40 jaar, ook eenmalig een hoger bedrag vrijgesteld schenken. Deze eenmalige schenking bedraagt € 27.231. Daarnaast kan je aan deze kinderen – in plaats van de eenmalig verhoogde schenking – ook een extra verhoogde vrijgestelde schenking doen van € 56.724. Zij moeten de schenking dan wel gebruiken voor een dure studie. Voor deze schenking is een notariële schenkingsakte nodig. Tot slot kan je jouw kinderen een eenmalige vrijgestelde schenking voor de eigen woning doen van maximaal € 106.671. Je mag deze vrijgestelde schenking ook spreiden over drie aaneensluitende kalenderjaren.

Let op
In het coalitieakkoord tussen de regeringspartijen is afgesproken dat de eenmalige vrijgestelde schenking voor de eigen woning wordt afgeschaft per 1 januari 2024. Houd hiermee rekening als je nog van deze schenkingsvrijstelling gebruik wilt maken.