Begin 2020 goed, met de startpunten voor elke belastingbetaler. Deze staat boordevol handige tips en attentiepunten voor dit jaar.
Inhoudsopgave
Nu al twee tariefschijven
Ruimere heffingskortingen
Lager eigenwoningforfait en minder renteaftrek
Afbouw aftrek geen of kleine eigenwoningschuld
Langer aftrek scholingsuitgaven
Minder kostenaftrek
Box-3-heffing verlaagd
Meer kinderopvangtoeslag
Vermogenstoets zorgtoeslag verhoogd
Berichten Belastingdienst per post of elektronisch ontvangen
Wat gaat u doen met uw levenslooptegoed?
Invoering roettax voor diesel(bestel)auto’s
Nu al twee tariefschijven
De tariefschijven in de loon- en inkomstenbelasting zijn al per 1 januari jl. teruggebracht naar twee schijven: een schijf van 37,35% en een schijf van 49,5%. Eerder was besloten dat de tariefschijven stapsgewijs zouden worden verlaagd tot 2021. De tweede schijf begint bij een inkomen vanaf € 68.507. Dit beginpunt van de tweede schijf wijzigt niet tot en met 2021.
Ruimere heffingskortingen
De belangrijkste heffingskortingen zijn verhoogd. Zo is de maximale algemene heffingskorting verhoogd van € 2.477 in 2019 naar € 2.711 in 2020. De maximum arbeidskorting is van € 3.399 in 2019 naar € 3.819 in 2020 gegaan. De maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting bedraagt nu € 2.881 (in 2019: € 2.835) en de ouderenkorting is verhoogd naar € 1.622 (in 2019: € 1.596).
Uitbetaling algemene heffingskorting aan partner zonder inkomen verlaagd
Sinds 2009 wordt de uitbetaling van de algemene heffingskorting aan de partner zonder inkomen geleidelijk in 15 jaar met 6,67% per jaar afgebouwd tot nul. Dit betekent dat er in 2020 ten hoogste 33,33% van de algemene heffingskorting wordt uitbetaald aan de partner. In 2023 is de zogenoemde ‘aanrechtsubsidie’ geheel afgeschaft.
Let op
De afbouw geldt niet voor de partner die vóór 1963 is geboren.
Lager eigenwoningforfait en minder renteaftrek
Het eigenwoningforfait bedraagt 0,60% van de WOZ-waarde voor woningen met een WOZ-waarde van meer dan € 75.000 en minder dan € 1.090.000 Vorig was dit forfait 0,65%. Bij een hogere WOZ-waarde blijft het forfait 2,35%.
Dit jaar is gestart met de stapsgewijze vermindering van de aftrekposten in de hoogste belastingschijf. Die begint bij een inkomen vanaf € 68.507. Dit betekent dat u de hypotheekrente nog tegen 46% (in plaats van 49%) in aftrek kunt brengen. De komende jaren wordt de aftrek verder afgebouwd tot maximaal 37,05% in 2023.
Let op
De afbouw van de hypotheekrenteaftrek kan aanleiding zijn om uw voorlopige aanslag of teruggaaf te laten aanpassen. Dat geldt ook in het geval u vorig jaar uw hypotheek hebt overgesloten naar een hypotheek met een veel lagere rente, waardoor u minder renteaftrek heeft.
Afbouw aftrek geen of kleine eigenwoningschuld
De regeling waarbij u geen eigenwoningforfait hoeft bij te tellen bij uw inkomen als u geen of slechts een kleine hypotheek heeft, wordt stapsgewijs in 30 jaar afgeschaft. De aftrek wordt jaarlijks met 3,1/3% verlaagd. In 2020 bedraagt de aftrek nog 93,1/3%.
Langer aftrek scholingsuitgaven
De aftrek scholingsuitgaven wordt vervangen door een individuele leerrekening. Dit wordt een niet fiscale subsidieregeling: het STAP-budget (Stimulans van de Arbeidsmarktpositie). Het UWV kan het STAP-budget vanaf 2022 uitvoeren. Tot die tijd kunt u nog gebruikmaken van de aftrek scholingsuitgaven.
Minder kostenaftrek
Heeft u een inkomen dat wordt belast in de hoogste belastingschijf? Dan kunt u de persoonsgebonden aftrekposten, zoals de aftrek van giften, ziektekosten en betaalde partneralimentatie nog tegen 46% in aftrek brengen. Vorig jaar bedroeg de aftrek nog 51,75%. Ook de komende jaren wordt de aftrek van de persoonsgebonden aftrekposten verder afgebouwd tot een aftrek tegen een tarief van 37,05% in 2023.
Let op
De aftrekbeperking geldt niet voor premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en lijfrentepremies.
Box-3-heffing verlaagd
De definitieve forfaitaire rendementspercentages voor de box-3-heffing in 2020 bedragen: (tussen haakjes forfaitair rendementspercentages 2019):
Belastbaar vermogen | Forfaitair rendementspercentage |
tot € 72.797 | 1,80% (1,94%) |
€ 72.797 tot € 1.005.572 | 4,22% (4,45%) |
boven de € 1.005.572 | 5,33% (5,60%) |
Dit betekent een verlaging van de box-3-heffing voor alle belastingplichtigen die deze heffing moeten betalen. Hoe groter uw vermogen is, des te meer rendement u geacht wordt te maken en dus hoe meer box-3-heffing u moet betalen.
Onderzoek de alternatieven
Grotere vermogens betalen dus meer box-3-heffing dan kleinere vermogens. Het is daarom zinvol om te kijken of er alternatieven zijn. Zo kunt u misschien beter uw eigenwoningschuld aflossen, of uw vermogen overbrengen naar een open fonds voor gemene rekening of misschien wel naar een bv? Het is de moeite waard om dit eens te laten uitzoeken. Er wordt bovendien komende zomer een wetsvoorstel ingediend waarin een nieuw systeem voor de box-3-heffing wordt geïntroduceerd. Dat systeem zal vooral voordelig zijn voor spaarders maar met name nadelig voor mensen met beleggingsvermogen of vermogen in onroerende zaken. Als de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel eind dit jaar hebben aangenomen, krijgt de Belastingdienst een jaar de tijd om de structuurwijziging in box 3 door te voeren. Het nieuwe systeem kan dan op 1 januari 2022 in werking treden.
Meer kinderopvangtoeslag
In 2020 bedragen de maximale uurprijzen waarvoor u kinderopvangtoeslag kunt ontvangen voor dagopvang € 8,17 (in 2019: € 8,02), voor buitenschoolse opvang € 7,02 (in 2019: € 6,89) en voor gastouderopvang € 6,27 (in 2019: € 6,15). Per kind kunt u voor maximaal 230 uur per maand kinderopvangtoeslag krijgen. Ook het toetsingsinkomen wordt verhoogd. Vanaf een gezamenlijk inkomen van € 126.832 (in 2019: € 123.920) ontvangt u 33,3% van de opvangkosten voor het eerste kind. Dit percentage loopt op bij een lager toetsingsinkomen tot 96% bij een inkomen van € 25.188 of minder.
Vermogenstoets zorgtoeslag verhoogd
Heeft u recht op zorgtoeslag, dan krijgt u dit jaar ongeveer € 41 meer toeslag. Veel mensen weten niet dat zij recht hebben op de zorgtoeslag en vinden het te ingewikkeld om dit uit te zoeken. U moet aan een inkomenseis en een vermogenseis voldoen. Heeft u geen toeslagpartner, dan mag uw inkomen niet hoger zijn dan € 30.481. Heeft u wel een toeslagpartner dan ligt de inkomensgrens bij € 38.945 voor u samen. Daarnaast mag u ook niet te veel vermogen hebben. De vermogenstoets voor de zorgtoeslag per 1 januari 2020 bedraagt € 85.767 (in 2019: € 84.416). Dat wil zeggen dat u in 2020 geen recht op zorgtoeslag meer heeft bij een vermogen dat meer bedraagt dan het heffingsvrije vermogen (€ 30.846 per belastingplichtige) plus € 85.767.
Tip
U kunt ook in aanmerking komen voor de zorgtoeslag als u met een inkomensdaling te maken heeft gehad, bijvoorbeeld doordat u minder bent gaan werken of door een echtscheiding.
Berichten Belastingdienst per post of elektronisch ontvangen
U heeft de keuze of u de berichten van de Belastingdienst elektronisch of per post wilt ontvangen. U kunt uw keuze wijzigen zo vaak als u wilt, behalve als u ook ondernemer bent. De berichten van de Douane vallen niet onder deze keuzeregeling. Het is overigens nog niet precies duidelijk wanneer de regeling wordt ingevoerd.
Let op
Ontvangt u tot nu toe steeds alleen papieren post van de Belastingdienst, dan blijft dat zo zonder dat u uw keuze hoeft te maken.
Wat gaat u doen met uw levenslooptegoed?
Legt u nog in op een levensloopregeling? Dat kan nog tot eind 2021. Het saldo op uw levenslooprekening is vrijgesteld van box-3-heffing. Maar is het nog wel verstandig om te blijven inleggen? Het tegoed dat per einde 2021 op uw levenslooprekening staat, wordt dan namelijk ineens uitgekeerd en progressief belast in de loon- en inkomstenbelasting. Of het aantrekkelijk genoeg is om door te blijven sparen tot aan 2022, hangt af van uw persoonlijke situatie. Om te voorkomen dat u bij uitkering ineens veel belasting moet betalen, is gefaseerd uitkeren van het levenslooptegoed in de komende jaren een optie. Voor zover uw vermogen in box 3 daardoor aangroeit, moet u wel rekening houden met de eventuele box-3-heffing.
Verbeter uw pensioen
Als uw pensioenregeling toelaat dat u zelf aanvullende stortingen mag doen, kan (een deel van) het saldo op de levenslooprekening worden aangewend voor de verbetering van uw pensioenaanspraken. Dat kan zowel tijdens de opbouw van het levenslooptegoed als direct voorafgaand aan uw pensionering. De pensioenregeling moet dan na omzetting wel binnen de grenzen van de fiscale pensioenruimte blijven. Uw pensioenadviseur kan u vertellen wat uw mogelijkheden zijn.
Tip
Wie geen werkgever meer heeft, kan het tegoed niet altijd in delen opnemen. Enkele banken staan gedeeltelijke opname wel toe. Weigert uw bank gedeeltelijke opname, dan kunt u het tegoed eventueel overhevelen naar een bank die dit wel toestaat.
Invoering roettax voor diesel(bestel)auto’s
Sinds 1 januari 2020 is de fijnstoftoeslag ingevoerd voor dieselauto’s en dieselbestelauto’s die geen fabrieksroetfilter hebben en meer fijnstof uitstoten dan de fijnstofnorm. Die norm bedraagt 5 milligram per kilometer en voor dieselauto’s waarvan de fijnstofuitstoot wordt uitgedrukt in kilowattuur (kWh), zoals zware dieselbestelauto’s, 10 milligram per kWh fijnstof. De fijnstoftoeslag – ook wel roettax genoemd – bedraagt 15% op de motorrijtuigenbelasting. De Belastingdienst gaat uit van de gegevens over de fijnstofuitstoot zoals die zijn vastgelegd in het kentekenregister bij de Rijksdienst voor Wegverkeer (RDW)