Inmiddels zijn er sinds 1 juli steeds meer versoepelingen in het dagelijkse leven, maar veel ondernemers hebben het nog steeds zwaar. Met name in de horeca, retail, evenementenbranche en hun toeleveranciers hebben ondernemers nog steeds te maken met een enorme terugval in omzet. Gelukkig realiseert de overheid dit ook en zijn er weer nieuwe maatregelen getroffen.
Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB (TVL)
Deze TVL is sinds afgelopen dinsdagmiddag opengesteld. De TVL is een eenmalige subsidie die je kunt gebruiken om je vaste lasten in de maanden juni tot en met september 2020 te betalen. Uiteraard zijn er wel een aantal voorwaarden aan de regeling verbonden. Je moet MKB-ondernemer zijn die op 15 maart 2020 in het Handelsregister ingeschreven stond, waarbij wederom ook de SBI-code per die datum een belangrijke rol speelt. Alleen ondernemers met hoofd- of nevenactiviteiten in de vastgestelde SBI-codes komen voor subsidie in aanmerking. Op www.rvo.nl kun je jouw SBI-code invoeren, waarna je vanzelf leest of je in aanmerking komt voor de regeling. Ontving je al de éénmalige € 4.000 onder de TOGS, dan voldoet jouw SBI-code zonder meer!
Daarnaast moet jouw omzet moet met ten minste 30% zijn gedaald en moeten er meer dan € 4.000 aan vaste lasten zijn. Je mag bovendien niet al op 31 december 2019 in de financiële moeilijkheden hebben verkeerd. Daarnaast moet de onderneming ten minste één vestiging hebben op een ander adres dan het privéadres van de ondernemer, of er moet een vestiging zijn die fysiek afgescheiden is van de privéwoning van de ondernemer en voorzien is van een eigen opgang of toegang. Deze eisen gelden overigens niet voor horeca- en ambulante ondernemingen. Voor een horecaondernemer is voldoende dat hij of zij ten minste één horecagelegenheid huurt, pacht of in eigendom heeft.
Omzetverlies
De berekening van het omzetverlies lijkt wat ingewikkeld, maar loopt als volgt:
- De omzet in de referentieperiode is de omzet in het tweede kwartaal van 2019 gedeeld door drie, vermeerderd met de omzet van het derde kwartaal 2019.
- De omzet in de subsidieperiode is de omzet in het tweede kwartaal van 2020, gedeeld door drie, vermeerderd met de (geschatte) omzet in het derde kwartaal van 2020.
- Het omzetverlies bereken je door het verschil tussen de omzet in de referentieperiode en de omzet in de subsidieperiode te bepalen en deze te delen door de omzet in de referentieperiode.
- Voor de omzet tellen ontvangen subsidies zoals de TOGS en de NOW niet mee.
Een rekenvoorbeeld:
De omzet tweede kwartaal 2019 is € 150.000
De omzet derde kwartaal 2019 is € 200.000
De omzet in de referentieperiode is € 150.000/3 + € 200.000 = € 250.000
De omzet in het tweede kwartaal 2020 is € 60.000
De geschatte omzet derde kwartaal 2020 is € 100.000
De omzet in de subsidieperiode is € 60.000/3 + € 100.000 = € 120.000
Het omzetverlies bedraagt dan: (€ 250.000 – € 120.000)/€ 250.000= 52%
Vaste lasten
Je ontvangt de subsidie om, in een periode van weinig omzet, toch jouw vaste lasten te kunnen blijven betalen. Het gaat dan om de overige bedrijfskosten. Variabele lasten tellen niet mee. De regeling werkt met een vast percentage per sector. Je hoeft de vaste lasten dus niet zelf te berekenen. Het lijstje met percentages tref je hier aan.
Hoogte subsidie
De maximale subsidie bedraagt € 50.000 voor de volledige periode. De berekening luidt als volgt: A x B x C x 0,5.
A = Omzet in de referentieperiode, uitgedrukt in euro’s
B = Omzetverlies, uitgedrukt in hele procenten
C = ratio tussen de vaste kosten en de omzet van een gemiddeld bedrijf, uitgedrukt in procenten. Dit is per sector bepaald op basis van gegevens van het CBS.
Het laatste gedeelte van de som, de factor 0,5, laat zien dat je altijd 50% zelf blijft dragen.
Is de uitkomst van de berekening minder dan € 1.000 dan bedraagt de subsidie € 1.000. Is de getroffen MKB-onderneming na 29 februari 2020 voor het eerst in het Handelsregister ingeschreven, dan kan er ook aanspraak op € 1.000 worden gemaakt.
Rekenvoorbeeld
Uitgaande van het rekenvoorbeeld hierboven bij een restaurant (percentage vaste lasten 25%).
€ 250.0000*52%*25%*0,5 = € 16.250
Aanvraagperiode
De subsidie kan tot en met 30 oktober 2020, 17:00 uur worden aangevraagd. Dit gebeurt via een formulier op www.rvo.nl en hierop zal binnen acht weken worden beslist. Wanneer de subsidie wordt verleend, dan zal er een eenmalig voorschot van 80% worden uitgekeerd. Met andere woorden in het rekenvoorbeeld krijg je dus een voorschot TVL van 80% * € 16.250 = € 13.000.
De definitieve vaststelling van de subsidie dient vervolgens voor 1 april 2021 te worden aangevraagd.
Heb je eerder de TOGS ontvangen en verwacht je in het derde kwartaal 2020 nog steeds omzetverlies, dan is aanvragen zeker aan te raden om een (gedeeltelijke) dekking te krijgen van je vaste lasten.
Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW 2.0)
Het kabinet heeft besloten om de ‘Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid’ (NOW) met vier maanden te verlengen (hierna NOW 2.0). Daarbij gelden wel enkele nieuwe voorwaarden. Het doel van de NOW is om het voor werkgevers met een terugval in de omzet van ten minste 20% mogelijk te maken zoveel mogelijk werknemers in dienst te houden. Je kunt op grond van de NOW een subsidie ontvangen als tegemoetkoming in de betaling van jouw loonkosten.
Aanvragen
Aanvragen van de NOW 2.0 staat open voor zowel werkgevers die al een aanvraag voor het eerste tijdvak hebben gedaan, als voor werkgevers die voor het eerst een beroep doen op de NOW. Je kunt de NOW 2.0 vanaf 6 juli 2020 aanvragen voor de loonkosten over de periode juni tot en met september, als je tenminste 20% omzetverlies verwacht. De subsidie bedraagt maximaal 90% van de loonsom, gerelateerd aan het omzetverlies. Je ontvangt hierover een voorschot van 80%.
Omzetdaling en loonsom
In de NOW spelen twee zaken van belang: de omzet en de loonsom.
Hoe groter de omzetdaling, hoe hoger de NOW is. Om de hoogte van het omzetverlies te bepalen, wordt eerst jouw totale omzet uit 2019 door drie gedeeld. De omzetdaling wordt voor de NOW 2.0 vastgesteld over een 4-maandsperiode die start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus. Heb je ook al NOW 1.0 aangevraagd, dan dient de omzetperiode aan te sluiten op de periode die je hebt gekozen bij de NOW 1.0. Voor zowel de NOW 1.0 als de NOW 2.0 geldt dat overige subsidies die je in het kader van de coronacrisis ontvangt wel als omzet meetellen. De NOW zelf wordt niet gezien als omzet.
Als jouw bedrijf bestaat uit een aantal bedrijfsonderdelen (rechtspersonen) die samen een concern vormen, wordt de omzetdaling van het hele concern aangehouden. Slechts onder strikte voorwaarden kan de omzetdaling worden bepaald op de omzetdaling van een afzonderlijke rechtspersoon binnen het concern.
De referentiemaand voor de loonsom voor de NOW 2.0 is maart 2020.
Voor de loonsom neemt het UWV de gegevens uit de loonaangifte bij de Belastingdienst automatisch over. Ook jouw werkgeverslasten worden bij de NOW 2.0 voor 40% gecompenseerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om pensioenpremies, premies werknemersverzekeringen en om de reservering voor vakantiegeld.
Voorschot en definitieve vaststelling
Het voorschot dat in het kader van de NOW wordt verstrekt, is gebaseerd op de loonsom van maart 2020 en bedraagt per maand maximaal 90% van die loonsom over maart 2020. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt de loonsom – zoals gebruikt bij het voorschot – vergeleken met de loonsom van de 4-maandsperiode juni 2020 tot en met september 2020. Die loonsom kan lager zijn dan in de referentieperiode, omdat werknemers intussen niet meer in dienst zijn of niet meer zijn opgeroepen en daarom geen loon hebben ontvangen. De subsidie wordt dan lager vastgesteld en het voorschot gedeeltelijk teruggevorderd.
Anders dan in de NOW 1.0 is in NOW 2.0 geen aparte regeling opgenomen voor seizoensbedrijven of andere werkgevers met een hogere loonsom in de meetperiode dan in de referentieperiode, zoals nieuw gestarte bedrijven en bedrijven die door overname zijn gegroeid.
Gevolgen bij ontslag van werknemers
Als je in het subsidietijdvak bedrijfseconomisch ontslag aanvraagt voor één of meerdere werknemers, wordt de subsidie bij de vaststelling voor 100% gecorrigeerd met de hoogte van de maximaal te vergoeden loonsom van de werknemers waarvoor ontslag is aangevraagd in de referentiemaand, vermeerderd met de opslag van 40%, over drie maanden.
Bij grotere ontslagaanvragen voor meer dan 20 werknemers geldt een bijzondere kortingsregeling van 5% van het totale subsidiebedrag
Geen dividend en bonus
Een bedrijf of concern mag bij een beroep op de NOW 2.0 geen dividend of bonussen uitkeren of eigen aandelen inkopen over 2020 als een subsidie van € 125.000 of meer, of een voorschot van € 100.000 of meer wordt ontvangen. Dit moet je bij aanvang verklaren. Dergelijke handelingen mogen niet worden verricht over 2020 tot en met de aandeelhoudersvergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld in 2021. Het gaat dus niet om dividend, bonussen en aandelen over 2019. Het betreft ook alleen de bonussen die worden uitgekeerd aan het bestuur en de directie en niet aan het overige personeel dat variabel wordt beloond.
Accountantsverklaring
Bij de aanvraag van de definitieve vaststelling dien je een accountantsverklaring te overleggen. Dit hoeft niet bij een voorschot van minder dan € 100.000, maar weer wel als de totale subsidie wordt vastgesteld op € 125.000,- of meer.
Scholing
Voor de NOW 2.0 geldt voor jou een inspanningsverplichting om je werknemers te stimuleren om aan bij- of omscholing te doen. Je kunt hieraan voldoen door bijvoorbeeld (vrijvallende) tijd beschikbaar te stellen en middelen te verschaffen via bijvoorbeeld een opleidings- en ontwikkelingsfonds (O&O-fonds).
Aanvraag en betaling
De aanvraag voor de NOW 2.0 kunt je indienen vanaf 6 juli a.s. tot en met 31 augustus 2020 via de website van het UWV. Daarbij vermeld je de procentuele verwachte omzetdaling, het loonheffingennummer en de aaneengesloten 4-maandsperiode waarover je de omzetdaling verwacht. En ook het rekeningnummer waarop je betalingen van de Belastingdienst inzake loonheffingen ontvangt. Als het UWV positief oordeelt, keert het UWV een voorschot van 80% uit, te betalen in twee termijnen.
Binnen 24 weken na 15 november 2020 moet je de vaststelling van de definitieve subsidie aanvragen. Als de door jou gekozen omzetperiode eindigt met de maand november dan vraag je de vaststelling aan binnen 24 weken na afloop van de omzetperiode. Is er een accountantsverklaring vereist, dan is deze termijn 38 weken. Vervolgens zal het UWV binnen 52 weken een eindafrekening doen. Bij de afrekening kan sprake zijn van terugvordering of nabetaling.
Voorwaarden aan verlengde overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO)
Ook de TOZO regeling voor ondernemers en zzp-ers is verlengd tot en met augustus. Ook deze is wel iets aangepast.
De verlengde regeling bevat nu wel een partnerinkomenstoets. Dit betekent dat alleen huishoudens met een inkomen onder het sociaal minimum aanspraak kunnen maken op een tegemoetkoming in het levensonderhoud. Veel ondernemers die al een TOZ) regeling hadden krijgen hierover automatisch bericht van de gemeente.
Verlenging uitstel betaling van belasting
De Belastingdienst heeft een online formulier beschikbaar gesteld voor het aanvragen van verlenging van het bijzonder uitstel van betaling. Dat was ook wenselijk, want de eerste termijn van drie maanden (van het bijzonder uitstel van betaling voor diverse belastingen vanwege de corona-uitbraak), begint nu te verstrijken. Aan dit online formulier kunnen ook een verklaring van een derde-deskundige en een liquiditeitsprognose worden toegevoegd. Dit is nodig als er uitstel van betaling wordt gevraagd voor een bedrag van € 20.000 of meer. Het toegekende uitstel zal in ieder geval niet eerder dan 1 oktober 2020 worden ingetrokken. Bij het aflopen van het uitstel zal de Ontvanger een passende betalingsregeling bieden. De concrete vormgeving hiervan is echter nog niet bekendgemaakt.
De Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA)
Minder relevant voor ondernemers, maar wel voor de flexwerkers (ouder dan 18 jaar) die voor hen werken is de TOFA.
De Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten (TOFA) is bedoeld voor flexwerkers die in februari minimaal € 400 verdienden, en in april minstens de helft daarvan verloren. En het loon over april mag maximaal € 550 zijn geweest. Dit zijn bijvoorbeeld werknemers met een nul-urencontract, uitzendkrachten en studenten met een bijbaan.
Die flexkrachten kunnen een eenmalige tegemoetkoming krijgen van bruto € 550 per maand voor de maanden maart, april en mei.
De aanvrager mag in deze periode geen WW, bijstand, of andere socialezekerheidsregeling hebben ontvangen. Aanvragen kan via de website van het UWV tot en met 12 juli 2020.
Tot zover weer wat nuttige regelingen. Heb je hulp nodig met aanvragen, bel je contactpersoon bij Staerk gerust.