De verdeling van pensioenrechten vormt regelmatig een discussiepunt tussen ex-partners. Zo ook in de volgende opmerkelijke rechtszaak. De ex-echtgenoten hebben in 1986 in een echtscheidingsconvenant de afspraken vastgelegd over de verdeling van alle goederen die tot hun huwelijksgemeenschap behoren, behalve over de pensioenrechten van de man. Verder hebben zij elkaar finale kwijting verleend. Dat wil zeggen dat zij over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben. Toch vordert de vrouw in 2013 alsnog haar deel van de pensioenrechten van de man. De man is het daar niet mee eens en beroept zich onder andere op de finale kwijting. Daarvan kan volgens de rechter geen sprake zijn nu ten tijde van het opmaken van het convenant niet over de pensioenrechten is gesproken. Die maken dus geen deel uit van de afspraken uit het convenant. De rechter geeft het gelijk hier aan de vrouw.
‘Vergeten’ gemeenschappelijke goederen
De vrouw had haar vordering gebaseerd op een speciaal artikel in het Burgerlijk Wetboek dat de verdeling regelt van ‘vergeten’ gemeenschappelijke goederen. De verdeling van dergelijke goederen kan altijd worden gevorderd. Daarmee is er dus geen verjaringstermijn aan deze vordering gesteld.