Bent u van plan om werknemers vervroegd met pensioen te laten gaan, dan kunt u tijdelijk (tot 1 januari 2026) gebruikmaken van een verzachting van de strafheffing (RVU-heffing) van 52%. Met ingang van 1 januari dit jaar is namelijk de zogenoemde tijdelijke RVU-drempelvrijstelling ingevoerd. Dit betekent dat de eindheffing van 52% onder voorwaarden achterwege blijft, voor zover de betalingen in het kader van de RVU onder het bedrag blijven van de drempelvrijstelling van € 1.847. De drempelvrijstelling berekent u aan de hand van het aantal maanden vanaf de (eerste) uitkering tot aan het bereiken van de AOW-leeftijd van de werknemer, met een maximum van 36 maanden.
Alleen als u per maand meer uitbetaalt, moet u dus over het meerdere de strafheffing van 52% betalen. De Belastingdienst heeft bevestigd dat deze tijdelijke vrijstelling ook op lopende RVU-uitkeringen kan worden toegepast.
Let op!
De vrijstelling is van toepassing op de eindheffing die u moet betalen, níet op de loonbelasting die bij de werknemer wordt ingehouden. Op de uitkering die u aan de werknemer betaalt, moet u op de gebruikelijke manier loonbelasting inhouden. In de meeste gevallen is de groene tabel van toepassing, bij een periodieke betaling de tijdvaktabel en bij een eenmalige betaling de tabel bijzondere beloningen.