Zzp’ers beter beschermd

Het kabinet heeft nadere maatregelen bekendgemaakt om de zpp’er beter te beschermen. De maatregelen moeten in 2021 in werking treden. De belangrijkste maatregelen zijn:

Minimumtarief

Iedere zzp’er moet een minimumtarief van € 16 per uur ontvangen. Dit is ongeacht of de zzp’er de particuliere of zakelijke markt bedient. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat een zzp’er gemiddeld een derde van zijn tijd aan administratie besteedt. Niet inbegrepen zijn de directe kosten, zoals materiaalkosten. De opdrachtgevers – ook particulieren – worden verantwoordelijk voor het controleren en betalen van het minimumtarief. De zzp’er moet een uren- en kostenoverzicht overleggen, zodat de opdrachtgever het uurtarief kan berekenen. Blijkt dat er meer directe kosten en/of uren zijn gemaakt waardoor het tarief onder het minimumtarief uitkomt, dan is de zakelijke opdrachtgever verplicht om bij te betalen. Dat is opmerkelijk, omdat het ondernemersrisico daarmee gedeeltelijk van de zzp’er verschuift naar de opdrachtgever. Particuliere opdrachtgevers hoeven in dergelijke situaties niet bij te betalen.

Opt-out en zelfstandigenverklaring

Ook zzp’ers aan de bovenkant van de markt moeten bijhouden wat hun uurtarief is, zodat controleerbaar wordt dat er sprake is van een hoog uurtarief. Als dat tarief hoger is dan € 75 per uur, kunnen opdrachtgever en de zzp’er ervoor kiezen om de loonheffingen en de werknemersverzekeringen niet van toepassing te laten zijn (opt-out). De opdrachtgever is dan gevrijwaard voor de loonheffingen en de zzp’er is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Ook niet als (achteraf) blijkt dat er toch sprake is van een arbeidsovereenkomst. De reikwijdte van de opt-out wordt uitgebreid naar het arbeidsrecht en (onder voorwaarden) naar pensioenen en cao’s. De opt-out werkt daardoor als een zelfstandigenverklaring. Een zzp’er kan bijvoorbeeld achteraf geen aanspraak meer maken op loondoorbetaling bij ziekte. Evenmin kan een pensioenfonds met terugwerkende kracht pensioenpremies innen bij de opdrachtgever. De overeenkomst die in geval van opt-out moet worden gesloten, kan maar voor een jaar worden aangegaan. Er komt ook een samentelregeling; pas als er minimaal 6 maanden geen werkzaamheden zijn verricht voor een opdrachtgever, start bij aanvang van de werkzaamheden een nieuwe termijn van een jaar. Wisselen binnen een concern biedt geen soelaas.

Handhaving

Het huidige handhavingsbeleid wordt verlengd tot 1 januari 2021 en daarna gefaseerd afgebouwd. De Belastingdienst kan in deze periode alleen naheffen door aan te tonen dat er sprake is van:
• een (fictieve) dienstbetrekking; én
• opzettelijke en evidente schijnzelfstandigheid.

De handhaving wordt vanaf 1 januari 2020 aangescherpt: de Belastingdienst kan dan ook handhaven wanneer opdrachtgevers aanwijzingen van de Belastingdienst niet (of in onvoldoende mate) binnen een redelijke termijn opvolgen.